5.1 Agrarische en demografische revolutie

5.1 Agrarische en demografische revolutie
1 / 15
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

5.1 Agrarische en demografische revolutie

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

kenmerkende aspecten
1. De wetenschappelijke revolutie.
2. De industriële revoluties die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving.
3. Discussies over de 'sociale kwestie'.
4. De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie.
5. De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme. confessionalisme en feminisme

ontwikkelingen en verschijnselen die typisch zijn voor deze periode.

Slide 3 - Slide

hoofdvraag: Hoe zorgde de Industriële revolutie voor grote veranderingen in de westerse wereld en in de koloniën?
deelvragen:
1. Op welke manier maakten de agrarische revolutie en de demografische revolutie de Industriële Revolutie mogelijk?
2. Door welke uitvindingen vond de overgang plaats van huisnijverheid naar het werken in de fabriek?
3.Wat waren de leef- en werkomstandigheden in de snel groeiende industriesteden tijdens de Industriële Revolutie?
4. Hoe en waarom veranderde na 1850 de verhouding tussen West-Europa en de gebieden in Afrika en Azië?
5.Welke belangengroepen ontstonden om de positie van de arbeiders te verbetern en de belangen van de arbeiders te verdedigen?

Slide 4 - Slide

Leerdoel
Aan het eind van deze les 
kun jij uitleggen op welke manier  de agrarische revolutie en de demografische revolutie de Industriële Revolutie mogelijk maakten.

Slide 5 - Slide

Jethro Tull was de zoon van een edelsmid.
Studeerde aan de universiteit van Oxford
Zwakke gezondheid dus rondreizen door Europa:
Tal van nieuwe ideeën en opvattingen.
Tegen verspilling

Slide 6 - Slide

Terug in Engeland
Jethro gaat aan het werk op het landgoed van zijn ouders.
Hij zag veel verspilling van o.a. zaden.
Jethro bedacht een zaaimachine: die stopte netjes alle zaadjes in de grond. De opbrengst werd 8x zo groot!

Slide 7 - Slide

Landbouw in de 18e eeuw
  • Veel verspilling --> vooral bij het zaaien
  • Open fields: elke boer had hier een stukje grond dat hij voor eigen gebruik bewerkte
  • Common fields (woeste gronden): grond voor gemeenschappelijk gebruik, hier liepen ook koeien en schapen

Slide 8 - Slide

Enclosures
Ook voor andere werkzaamheden op de akkers kwamen er machines: maar dit was alleen een voordeel voor grote akkers.
Probleem: in Engeland waren er voor de boeren alleen maar kleine akkers op de open fields

Slide 9 - Slide

Common fields
De meeste landbouwgrond was voor gezamenlijk gebruik; verschillende boeren mochten daar hun vee later grazen voor gemeenschappelijk gebruik.
Het parlement wilde de common fields verkopen om zo landbouw op grote schaal mogelijk te moeten maken.

Slide 10 - Slide

Verkopen van de common fields


Opgekocht door de adel.
Velden werden omheind ( dan was het duidelijk dat dit niet meer voor iedereen was. --> enclosures.
Aangemoedigd door de enclosure Acts.
3 miljoen van de 13 miljoen hectare werd een enclosure

Slide 11 - Slide

Agrarische revolutie
Grootgrondbezitters gaan hun landbouwgrond bewerken met machines. (= mechanisering landbouw).
Ze experimenteren met nieuwe voedzame gewassen en hebben betere middelen om de grond te bewerken. Hierdoor stijgt de opbrengst van de landbouw.

Slide 12 - Slide

Gevolg van de agrarische revolutie is meer landbouwopbrengsten  ---> een gevolg daarvan is dat er meer voedsel beschikbaar is voor de bevolking, en meer voedsel (samen met betere gezondheidszorg) betekent dat er minder mensen vroegtijdig overlijden, dus de bevolking groeit.

Slide 13 - Slide

Demografische revolutie
Die bevolkingsgroei heet de demografische revolutie.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video