H2.7+H2.8 MC-vragen

H2.8.1: Johan handelt in tweedehands auto's. Is hij verplicht zich aan de regels omtrent opkopers conform artikel 437 Sr. te houden?

A
Nee, tweedehands auto's vallen niet onder de genoemde goederen waarin gehandeld moet worden om onder de strafbaarheid van dit artikel te vallen.
B
Ja, maar dan alleen als hij hier een beroep van maakt.
C
Ja.
1 / 15
next
Slide 1: Quiz
WKPV-1MBOStudiejaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

H2.8.1: Johan handelt in tweedehands auto's. Is hij verplicht zich aan de regels omtrent opkopers conform artikel 437 Sr. te houden?

A
Nee, tweedehands auto's vallen niet onder de genoemde goederen waarin gehandeld moet worden om onder de strafbaarheid van dit artikel te vallen.
B
Ja, maar dan alleen als hij hier een beroep van maakt.
C
Ja.

Slide 1 - Quiz

H2.8.2: Govert heeft als beroep het opkopen van restpartijen van kledingwinkels. Is hij verplicht zich aan de regels omtrent opkopers conform artikel 437 Sr. te houden?

A
Nee, dit soort goederen vallen niet onder de genoemde goederen waarin gehandeld moet worden om onder de strafbaarheid van dit artikel te vallen.
B
Nee, tenzij het om tweedehands kleding gaat.
C
Ja.

Slide 2 - Quiz

H2.8.3: Mehmet handelt in gebruikte laptops. Wat moet Mehmet nu doen als het gaat om de identiteitsgegevens van de persoon van wie hij een laptop koopt?

A
De identiteitsgegevens vastleggen tijdens of op dezelfde dag van de koop.
B
De identiteitsgegevens vastleggen voorafgaand aan de verwerving.
C
Een kopie van het identiteitsbewijs van de verkoper maken en bewaren tijdens of op dezelfde dag van de aankoop.
D
Een kopie van het identiteitsbewijs van de verkoper maken en bewaren voorafgaand aan de verwerving.

Slide 3 - Quiz

H2.8.4: Johan handelt in tweedehands fototoestellen en ziet in een lijst van de politie met daarop goederen die onlangs als gestolen zijn opgegeven dat een van zijn apparaten voor wat betreft beschrijving en beschadigingen exact overeenkomt met een onlangs als gestolen opgegeven apparaat. Hij besluit het apparaat snel door te verkopen. Aan welk strafbaar feit maakt Johan zich nu schuldig?

A
Opzetheling.
B
Schuldheling.
C
Artikel 437: verzuim handelaar in beroep of bedrijf.

Slide 4 - Quiz

H2.8.5: Jens handelt in tweedehands fietsen. Tijdens een controle vraagt een BOA aan Jens een van zijn in voorraad staande fietsen ter bezichtiging te overhandigen. Wat is in dit voorbeeld nu juist met betrekking tot het ter bezichtiging afstaan en in bewaring geven van deze fiets?

A
Jens dient deze fiets ter bezichtiging af te staan. Als de BOA de fiets ter onderzoek in bewaring wil nemen, dient er in ieder geval een verdenking te zijn van een strafbaar feit.
B
Jens is in dit geval NIET verplicht de fiets ter bezichtiging af te staan. Als de BOA de fiets ter onderzoek in bewaring wil nemen, dient de BOA hiertoe een schriftelijke last te hebben.
C
Jens is NIET verplicht de fiets ter bezichtiging af te staan. Als de BOA de fiets ter onderzoek in bewaring wil nemen, dient er in ieder geval een verdenking te zijn van een strafbaar feit.
D
Jens dient de fiets alleen ter bezichtiging af te staan indien de BOA hiertoe een schriftelijke last heeft. Dit zelfde geldt als de BOA de fiets ter onderzoek in bewaring wil nemen.

Slide 5 - Quiz

H2.8.7: Kunnen in de APV ook regels voor wat betreft het opkopen van incourante goederen strafbaar worden gesteld?

A
Nee, dit is niet mogelijk. Alleen het Wetboek van strafrecht kan regels stellen met betrekking tot het opkopen van incourante goederen.
B
Ja, de APV kan regels geven omtrent het opkopen van incourante goederen en deze strafbaar stellen.
C
Nee, de APV kan regels omtrent het opkopen van incourante goederen niet strafbaar stellen.

Slide 6 - Quiz

H2.8.8: Wie kunnen er inzage vorderen van de inzage van de administratie van opkopers van incourante goederen etc.?

A
Alleen opsporingsambtenaren.
B
Alleen door de burgemeester aangewezen ambtenaren.
C
Zowel opsporingsambtenaren als door de burgemeester aangewezen ambtenaren.

Slide 7 - Quiz

H2.8.9: Johan is opkoper van incourante goederen. Nadat hij de vereiste gegevens heeft geregistreerd van een mooie tweedehands videocamera komt Rosa binnen en wil deze videocamera kopen. Mag Johan deze videocamera gelijk weer doorverkopen?

A
Nee, hij moet deze camera een bepaalde termijn bewaren voordat hij deze weer verkoopt. Deze regel is in de APV vastgelegd.
B
Nee, hij moet deze camera een bepaalde termijn bewaren voordat hij deze weer verkoopt. Deze regel is in het Wetboek van strafrecht vastgelegd.
C
Ja, als hij de vereiste gegevens maar heeft geregistreerd.

Slide 8 - Quiz

H2.8.10: Een algemeen opsporingsambtenaar vordert een opkoper van incourante goederen inzage in zijn administratie. Is deze opsporingsambtenaar hiertoe bevoegd?

A
Nee, dit kan alleen als er sprake is van een verdenking van een strafbaar feit. De opkoper hoeft immers niet mee te werken aan zijn eigen veroordeling.
B
Nee, dit kan alleen als hij tevens toezichthouder is.
C
Ja, dit kan indien noodzakelijk voor zijn taak.

Slide 9 - Quiz

H2.8.11: Een opsporingsambtenaar vordert een opkoper van incourante goederen etc. gegevens op te geven van bepaalde door hem verworven goederen. Wat is in dit geval nu juist?

A
Hij is hiertoe niet verplicht omdat alleen een toezichthouder een dergelijke vordering mag doen.
B
Hij is hiertoe verplicht en dient de gegevens naar waarheid op te geven.
C
Hij is hiertoe verplicht, maar hoeft deze gegevens niet naar waarheid op te geven aangezien hij niet hoeft mee te werken aan zijn eigen veroordeling.

Slide 10 - Quiz

H2.7.1: Hannes vraagt aan Koos een laptop voor hem te bewaren. Later komt Koos er achter dat de laptop vermoedelijk gestolen is. Hij wil Hannes niet verraden en bewaart de laptop totdat Hannes deze weer op komt halen. Pleegt Koos een strafbaar feit?

A
Ja, opzetheling.
B
Ja, schuldheling.
C
Nee, er is geen sprake van winstbejag.

Slide 11 - Quiz

H2.7.3: Raoul heeft een spiksplinternieuwe IPhone gekocht via Marktplaats voor een marktconforme prijs. Voor de zekerheid voert hij het serienummer in op een site ter preventie van heling. Tot zijn grote schrik komt hij erachter dat de IPhone van diefstal afkomstig blijkt te zijn. Hij besluit de IPhone snel door te verkopen aan Petra voor de helft van de prijs. Wat kan nu gezegd worden over de strafbaarheid van Raoul en Petra?

A
Raoul is strafbaar voor opzetheling. Tijdens de koop wist hij er misschien niets van, maar hij draagt het goed vervolgens uit winstbejag over. Petra is strafbaar voor schuldheling.
B
Raoul is alleen strafbaar voor schuldheling omdat hij tijdens de verwerving NIET wist dat het goed van diefstal afkomstig was. Petra is strafbaar voor schuldheling.
C
Raoul is NIET strafbaar omdat hij tijdens het kopen van de IPhone NIET wist dat deze van diefstal afkomstig was. Petra is NIET strafbaar.

Slide 12 - Quiz

H2.7.5: Ivar maakt er een gewoonte van om fietsen te stelen. Nick weet hiervan. Op een dag vraagt Ivar aan Nick om een van deze fietsen te verkopen. Nick weet dus dat Ivar deze fietsen steelt, maar heeft hier geen probleem mee. Welke uitspraak is juist in deze situatie?

A
Nick is alleen strafbaar als hij de fiets van Ivar koopt of als hij de fiets daadwerkelijk voor Ivar verkoopt.
B
Nick is strafbaar omdat hij de fiets voorhanden heeft.
C
Nick is alleen strafbaar als hij hier zelf geld voor krijgt en hij de fiets zelf van Ivar koopt of de fiets voor Ivar verkoopt.
D
Nick is strafbaar omdat hij de fiets voorhanden heeft, maar dan alleen als hij hier zelf geld voor krijgt.

Slide 13 - Quiz

H2.7.6: Isa steelt regelmatig scooters en stalt deze vervolgens bij haar vriendin Lisa. Op een dag betreedt de politie met een schriftelijke machtiging de woning van Lisa en treft daar de gestolen scooters aan. Lisa gaat er snel vandoor en vlucht een kerk binnen waar op dat moment een dienst aan de gang is. Waartoe zijn de agenten nu bevoegd?

A
Zij zijn bevoegd de kerk te betreden ter aanhouding van Lisa.
B
Zij mogen de kerk betreden, maar de aanhouding van Lisa niet uitvoeren zolang de dienst aan de gang is.
C
Zij mogen de kerk niet betreden.

Slide 14 - Quiz

H2.7.7: Jan huurt van Piet een auto. Jan weet dat Piet deze auto's steelt, omkat en deze vervolgens verhuurt. Is Jan strafbaar voor heling?

A
Nee, hij koopt het goed niet.
B
Nee, tenzij hij de auto uit winstbejag huurt.
C
Ja.

Slide 15 - Quiz