Lidwoorden en meervoud

Lidwoorden en meervoud
Goals
je weet de lidwoorden goed te gebruiken in een zin
je weet hoe je een meervoud opschrijft
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Lidwoorden en meervoud
Goals
je weet de lidwoorden goed te gebruiken in een zin
je weet hoe je een meervoud opschrijft

Slide 1 - Slide

A / An
-an bij een klinkerklank


Slide 2 - Slide

Man
A
A man
B
An man

Slide 3 - Quiz

Bus
A
A bus
B
An bus

Slide 4 - Quiz

Table
A
A table
B
An table

Slide 5 - Quiz

Offer
A
A offer
B
An offer

Slide 6 - Quiz

Hour
A
A hour
B
An hour

Slide 7 - Quiz

Uniform
A
A uniform
B
An uniform

Slide 8 - Quiz

FBI agent
A
A FBI agent
B
An FBI agent

Slide 9 - Quiz

Apple
A
A apple
B
An apple

Slide 10 - Quiz

Dog
A
A dog
B
An dog

Slide 11 - Quiz

Great day
A
A great day
B
An great day

Slide 12 - Quiz

Meervoud
zelfstandige naamwoorden in het meervoud krijgen een -s

woorden die eindigen met een sis-klank krijgen -es
(-s, -ch, -sh, -x)

Slide 13 - Slide

-s
car --> cars
cup --> cups
laptop -->laptops
table --> tables
chair --> chairs
plant --> plants

Slide 14 - Slide

-es
bus --> buses
glas --> glasses
box --> boxes
wish --> wisches
pitch --> pitches
kiss --> kisses

Slide 15 - Slide