BBL. module 5

BBL module 5
les 3
Risico signalering
Draaglast en draagkracht
1 / 23
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

BBL module 5
les 3
Risico signalering
Draaglast en draagkracht

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
De student;

-kent aan het eind van de les de termen draagkracht en draaglast.
-kan aan het eind van de les risico- en beschermende factoren herkennen. 
-kan benoemen wat betrouwbare bronnen zijn.

 


Slide 2 - Slide

Wat betekent draagkracht?
A
Iemands vermogen om bepaalde gewichten te dragen.
B
De kracht die vrouwen hebben om de zwangerschap te dragen
C
Iemands vermogen om bepaalde lasten (in figuurlijke zin) te dragen
D
Wat iemand in figuurlijke zin te dragen heeft. De hoeveelheid spanning of druk die iemand ervaart

Slide 3 - Quiz

Draaglast is
A
Hoe je jouw leven: werk, school en privé in balans hebt
B
Wat je in je leven aan leuke ervaringen krijgt
C
Het totaal aan taken en verplichtingen dat iemand op zijn schouders heeft
D
Alles wat je op een gezonde manier kunt hebben

Slide 4 - Quiz

Oorzaken van onbalans in draagkracht en draaglast zijn bijvoorbeeld:
A
Stress en traumatische ervaringen
B
Pech en gebrek aan inzet
C
Problemen
D
Zeurende familie

Slide 5 - Quiz

Wanneer wordt
Draagkracht -> Draaglast
A
De kracht hebben om iemand tot last te zijn.
B
Niet voldoende kracht meer hebben iemand tot last te zijn
C
Niet voldoende kracht meer hebben om de situatie aan te kunnen waardoor draaglast ontstaat
D
Niet voldoende last te hebben waardoor draagkracht ontstaat

Slide 6 - Quiz

Welke risicofactor heeft geen invloed op de draaglast.
A
handicap
B
trauma's
C
negatief zelfbeeld
D
hoge intelligentie

Slide 7 - Quiz

Balansmodel Bakker
Hulpmiddel om draagkracht en draaglast in kaart te brengen.

Beïnvloedende/ risicofactoren 
Beschermende factoren

Kijkt naar persoonlijke, sociale en maatschappelijke omgeving.

Slide 8 - Slide

Opdracht
Maak voor je eigen situatie een inschatting hoe het staat met jouw draagkracht en draaglast. Gebruik hierbij het balansmodel

Op welke vlakken zou je iets kunnen veranderen om meer evenwicht te creëren? 
timer
5:00

Slide 9 - Slide

Bespreek in duo’s jullie antwoorden. 

Kijk wat de overeenkomsten en verschillen zijn. 
Is er balans in de draagkracht en draaglast? 
Heb jij een goede tip voor je mede student?


timer
3:00

Slide 10 - Slide

Hoe weet jij of
een bron betrouwbaar is?

Slide 11 - Mind map

Betrouwbare bron
Is een bron die gegevens verstrekt die op waarheid berusten.

Auteur, aantal citaten, datum publicatie, opdrachtgever

Wetenschappelijke onderzoeken     Onderzoeksrapporten
Studieboeken                                             Krantenartikelen
Jurisprudentie                                           Wetenschappelijk tijdschrift
Bedrijfsdocumentatie                            Jaarverslagen
Website van een gerenommeerd bedrijf

Slide 12 - Slide

Draaglast wordt beïnvloed door risicofactoren, noem er 3.

Slide 13 - Open question

Draagkracht wordt beïnvloed door beschermende factoren, noem er 3.

Slide 14 - Open question

Je wil betrouwbare bronnen zoeken voor een verslag over de vluchtelingencrisis.

Welke bronnen kun je het beste gebruiken?
A
Een artikel op een politieke site, van bijvoorbeeld, PvdV of Groen Links
B
Een vlog van een vluchteling
C
Een twitterbericht van iemand die vindt dat de politiek meer vluchtelingen moet toelaten.
D
Een wetenschappelijk verslag over een onderzoek over de meningen van kinderen over vluchtelingen.

Slide 15 - Quiz

Welk van onderstaande bronnen is het meest betrouwbaar?
A
MBO leren
B
Scholieren.com
C
Weekblad Story
D
Facebook

Slide 16 - Quiz

Tips of tops?

Slide 17 - Open question

Hoe heb je de les ervaren?
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Terugblik;
Wat weet je nog van preventie?

Slide 19 - Open question

Maak de gatentekst opdracht

Slide 20 - Slide

Vormen van preventie naar risico
1. Universele preventie richt zich op de algemene bevolking. Het doel is om bij alle mensen de gezondheid te bevorderen en de kans op het ontstaan van ziekte of risicofactoren te verminderen. Denk hierbij aan de screening van zorgmedewerkers op tuberculose.
2. Selectieve preventie is gericht op bevolkingsgroepen met een verhoogd risico op ziekten. Het doel is om de gezondheid van specifieke risicogroepen te verbeteren, zoals de griepprik voor ouderen.
  

3. Geïndiceerde preventie richt zich op individuen die nog geen gediagnos-ticeerde ziekte hebben, maar wel beginnende klachten of symptomen. Het doel is om het ontstaan van een ziekte of verdere gezondheidsschade te voorkomen, zoals het stoppen met roken bij benauwdheidsklachten.
4. Zorggerelateerde preventie is gericht op het ondersteunen van individuen met een ziekte of gezondheidsproblemen. Het doel is om de ziektelast te reduceren, complicaties of co-morbiditeit te voorkomen en de zelfredzaamheid te vergroten. Bijv leefstijladvies bij mensen met hart- en vaatziekten, preventie van decubitus bij ziekenhuisopname van ouderen.

Slide 21 - Slide

Datapunt gedragsanalyse
Doorlezen
Vragen?

Inleveren datapunt gedragsanalyse; 9 juni 23.59 uur

Bronnen

Slide 22 - Slide

Vormen van preventie naar fase van behandeling
1. Primaire preventie heeft als doel om ziekte te voorkomen door het wegnemen van de oorzaak. De doelgroep is de gezonde bevolking. Denk hierbij aan vaccinaties van zuigelingen en campagnes rondom stoppen met roken.
2. Secundaire preventie richt zich op mensen met een ziekte in een vroeg stadium , personen die ziek zijn, maar waarbij de ziekte nog niet is gediagnosticeerd. Het doel is om de ziekte vroegtijdig te behandelen, zodat deze geneest of niet verergert.
 Vroegtijdige opsporing gebeurt door bevolkingsonderzoeken, zoals bijvoorbeeld voor baarmoederhalskanker.

3. Tertiaire preventie richt zich op mensen die al ziek zijn, op patiënten. Het doel is om verergering te voorkomen, mensen de helpende hand bieden om zo zorgafhankelijk mogelijk te worden of te blijven. Het gaat onder andere om het voorkomen van complicaties bij bedlegerigheid (decubitus) en revalidatie na een herseninfarct.

Slide 23 - Slide