Bewegen: versneld - eenparig - vertraagd

• Nask / Techniek
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

versneld - eenparig - vertraagd

Lesplan

1.   Terugblik §5.2 

2.  Theorie §5.3

3.  Zelfstandig werken (§5.2 nakijken §5.3 maken)

4.  Afsluiting (vooruitkijken)

Hoe kun je snelheid in m/s omrekenen naar km/h

1. : 1000
2. : 3,6
3. x 1000
4. x 3,6

Meneer Flierman doet mee aan een triatlon en legt de 3800 meter zwemmen af in 2 uur, de 180 km fietsen in 5 uur en de marathon van 42,2 kilometer in 180 minuten.
Bereken zijn gemiddelde snelheid over de gehele triatlon

Een horizontale lijn in een v,t-diagram hoort bij:

1. Versneld
2. Eenparig
3. Vertraagd
4. Geen van allen

Een diagonale (recht evenredige) lijn hoort bij:

1. Eenparig (x,t)
2. Versneld (x,t)
3. Versneld (v,t)
4. Eenparig (v,t)

Tegenkomen/inhalen 

Bram vertrekt op zijn fiets op t = 0 s vanaf zijn brievenbus richting de winkel 40 meter verderop. Zijn snelheid is 3,0 m/s. Op hetzelfde moment vertrekt Lisa lopend vanaf de winkel richting Bram met een snelheid van 1,0 m/s. 

Bepaal wanneer en waar zij elkaar ontmoeten.