Nederlands 1KA

Nederlands 
1KA

1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1,2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nederlands 
1KA

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
- Vraag van vandaag

- §1: Onbekende woorden 
       Lesstof herhalen

- §2:Het onderwerp: 
        Lesstof herhalen 
       
- §3: De hoofdgedachte 
         Lesstof herhalen

Aan het eind van de les ben je voorbereid op
de toets!



Aan het eind van de les kan ik de hoofdgedachte van een tekst herkennen. 




Slide 2 - Slide

Heb je liever de warmte of juist de kou? Waarom? 

Slide 3 - Slide

Wat weten we nog van de vorige lessen?

Slide 4 - Slide

Onbekende woorden

De manieren om de betekenis te ontdekken van een onbekend woord: 
- Synoniemen 
(auto/wagen, snel/vlug, eten/voedsel)
- Omschrijving 
Hij werkt in de akkerbouw, een vorm van landbouw, waar hij graan en aardappels kweekt. 
- Een voorbeeld 
Tekengerei: Pennen, potloden, stiften 

Slide 5 - Slide

 Het onderwerp van een tekst
Om het onderwerp te vinden, lees je oriënterend. 
Dat betekent dat je alleen de:
- Titel + tussenkopjes leest
- De afbeeldingen bekijkt
- Zoekt naar onderstreepteschuingedrukte, dikgedrukte  of GROTE woorden.

Je leest alleen de eerste alinea. Daarna stel je de vraag: 
Waar gaat deze tekst over?


Slide 6 - Slide

De hoofdgedachte van een tekst
Het belangrijkste deel van een tekst kan je in een zin samenvatten. 
Die zin noem je de hoofdgedachte. 
Om de hoofdgedachte te vinden moet je heel zorgvuldig lezen. 
Je leest dan de gehele tekst

Voer de volgende stappen uit:
- Wat is het onderwerp van deze tekst?
- Lees de tekst precies
- Staat het misschien al in het begin/einde van de tekst? 
- Geef in een zin antwoord op de vraag:
   Wat is het belangrijkste dat wordt gezegd over het onderwerp?



Slide 7 - Slide

Hoe vind je het onderwerp?

Slide 8 - Open question

Wat is de hoofdgedachte?

Slide 9 - Open question

Hoe vind je de betekenis van een onbekend woord?

Slide 10 - Open question

Aan de slag
Paragraaf 1:
Paragraaf 2:
Paragraaf 3: 6 en 7 

Ben je klaar? 
Wat vind jij nog moeilijk aan de lesstof? Bedenk 2 vragen die je wil stellen tijdens de volgende les. Ben je daar ook mee klaar, verzin dan een leuke toetsvraag!

Slide 11 - Slide

De volgende les


Heb je de volgende opdrachten af: 
Paragraaf 1: 4 
Paragraaf 2: 5
Paragraaf 3: 6 en 7 

Neem je moeilijke woorden-schrift mee!

Slide 12 - Slide