Les 2

Les 2 Hersenen
1 / 25
next
Slide 1: Slide
ProjectBasisschoolGroep 6-8

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Les 2 Hersenen

Slide 1 - Slide

Wat gaan we deze les doen?

  • Persoonlijk leerdoel
  • Kennis: onderdelen hersenen
  • Projectstap 6 en 7 

Slide 2 - Slide

Terugblik vorige les
  • Vooruitblik project
  • Kennis: functie
  • Projectstappen 1 t/m 5

Slide 3 - Slide

Wat regelen je hersenen?
A
Hoe je beweegt.
B
Wat je doet.
C
Wat je onthoudt.
D
Wat je denkt/voelt.

Slide 4 - Quiz

Hoe heet het als je hersenen worden gefopt?

Slide 5 - Open question

Persoonlijk leerdoel
  • Aan welk persoonlijk leerdoel werk je?
  • Wat helpt je om het goed te doen?
  • Wat ga je doen om er nog beter in te worden?

Slide 6 - Slide

We maken een goede planning.

Slide 7 - Slide

Onze planning van schoolopdrachten.
Leervraag 1 beantwoorden + bronnenlijst
Presentatie maken 
Presentatie in de plusklas laten zien
Alles afmaken

Slide 8 - Slide

Onze planning van huiswerk.
Flitskaartjes leren
Oefenvragen of een samenvatting maken
Plaatjes gebruiken en terughalen oefenen
Toets

Slide 9 - Slide

                             Kennis

Slide 10 - Slide

Onderdelen
De hersenen bestaan uit:
• de hersenstam
• de kleine hersenen (cerebellum)
• de grote hersenen (cerebrum)
grote hersenen
kleine hersenen
hersenstam

Slide 11 - Slide

De grote hersenen bestaan uit twee helften (hemisferen).


Slide 12 - Slide

De grote hersenen
De linkerhelft stuurt de rechterkant van je lichaam aan en de rechterhelft je linkerkant.
Probeer maar bij de volgende video

Slide 13 - Slide

Cortex
De buitenste laag van de grote en kleine hersenen is de hersenschors (cortex).
De hersenschors van de grote hersenen is verdeeld in vier kwabben.

Slide 14 - Slide

Zenuw
De zenuwen in ons lichaam geven seintjes uit de hersenen door aan de spieren en de organen. 
Omgekeerd kunnen de huid en organen seintjes doorgeven aan de hersenen. Hierdoor kun je bijvoorbeeld dingen voelen en pakken en kun je lopen.
Je kunt een zenuw vergelijken met een antenne: hij vangt boodschappen op en geeft ze weer door.
Zo'n zenuw bestaat uit heel veel zenuwcellen.......

Slide 15 - Slide

Cellen
Je hersenen bestaan uit miljarden (!) cellen:
• steuncellen
• zenuwcellen (neuronen)


Dit is een zenuwcel (neuron)
Een axon geleidt signalen van de zenuwcellen af. 

Een dendriet ontvangt signalen/boodschappen van andere zenuwcellen.

Slide 16 - Slide

Vocht (liquor)

• In de grote hersenen zijn vier kamers met vocht.
• Onder je schedel zit ook vocht.
Het vocht is een ‘stootkussen’ en voert afvalstoffen af.

Slide 17 - Slide

Probeer maar zelf!

Slide 18 - Slide

Onthouden
Je gaat in dit project vier manieren leren om informatie te onthouden: 
Herhalen 
Uitleggen 
Plaatjes gebruiken  Terughalen                     (HUPT)

Slide 19 - Slide

In deze les oefen je met de eerste manier: 
HERHALEN
Je kunt beter 5 keer 10 minuten leren dan 1 keer 50 minuten.
Onthouden lijkt op een geitenpaadje.
Door te herhalen, ‘gaan je hersenen heel vaak over het zelfde paadje’. Zo wordt de weg steeds beter en onthoud je iets goed.


Slide 20 - Slide

Flitsen
Oefen meerdere dagen met flitskaartjes.
Op die manier ga je dit project de moeilijke namen van de hersenonderdelen leren.

Slide 21 - Slide

Je krijgt flitskaartjes met namen van hersenonderdelen.
Knip de kaartjes uit en vouw ze dubbel over de vouwlijn (lijm eventueel vast).

• Oefen eerst met vier kaartjes.
• Oefen dan de volgende vier.
• Leg de kaartjes die je lastig vindt apart en herhaal die extra vaak.
• Volgende week moet je ze kennen.
• Neem de kaartjes de volgende les weer mee!

Slide 22 - Slide

 
  • Verzamel betrouwbare informatie, bijvoorbeeld uit boeken of van websites. (Dit heb je voor de schoolopdracht ook al gedaan.
  • Maak aantekeningen: schrijf kernwoorden op. Dit doe je in een document. Deel dit met de juf.
  • Houd bij welke bronnen je gebruikt.

Slide 23 - Slide

Schoolopdracht
  • Stap 7 Beantwoord je leervraag.
    Het antwoord / de antwoorden zet je netjes in een document en deel je met de juf.
  • Maak er een bronnenlijstje bij: Welke boeken en websites heb je gebruikt om achter het antwoord te komen?

        HUISWERK: Je kent alle woorden van de flitskaartjes

Slide 24 - Slide

Afsluiting

  • Wat was het moeilijkste wat je deze les hebt gedaan? Waarom?
  • Wat vond je deze les het interessantst?

Slide 25 - Slide