Werken. ind e thuiszorg theorietoets deel a

Theorietoets deel a Thuiszorg
1 / 23
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Theorietoets deel a Thuiszorg

Slide 1 - Slide

Mevrouw Smit maakt gebakken kip met kerriesaus, zilvervliesrijst en karamelvla klaar voor zichzelf.

Uit welke vakken van de Schijf van Vijf heeft zij NIETS gekozen?

Let op! Meerdere antwoorden zijn juist.

A
groente en fruit
B
Brood, graanproducten en aardappelen
C
dranken
D
Smeer- en bereidingsvetten

Slide 2 - Quiz

Privacy is belangrijk wanneer je cliënten verzorgt. Bijvoorbeeld bij het opmeten van de temperatuur van de cliënt.

Hoe houd je rekening met de privacy van de cliënt bij het opmeten van de temperatuur?

A
Door bezoek toe te laten bij de patiënt.
B
Door de slaapkamerdeur te sluiten.
C
Door het licht uit te doen
D
door op hetzelfde moment het bed te verschonen

Slide 3 - Quiz

De dochters van mevrouw Den Besten zorgen meestal voor de warme maaltijd.

Welk soort zorg geven de dochters?


A
informele zorg
B
mantelzorg
C
professionele zorg
D
zelfzorg

Slide 4 - Quiz

Welk verband gebruik je als je een wond hebt die hard bloedt?

Let op! Meerdere antwoorden zijn juist.

A
hechtstrip
B
kompres
C
snelverband
D
wonddrukverband

Slide 5 - Quiz

Welk verband gebruik je om snel een grote wond af te dekken?


A
Hydrofiel zwachtel
B
kleefpleister
C
snelverband
D
wondpleister

Slide 6 - Quiz

Wat zijn taken van een zorghulp?
A
de administratie doen van de client
B
de was doen voor de client
C
meegaan naar de ouderavonden van de client
D
een vakantie boeken voor de client

Slide 7 - Quiz

Wie verlenen er mantelzorg?

Let op! Meerdere antwoorden zijn juist.

A
vrienden
B
artsen
C
familieleden
D
buren

Slide 8 - Quiz

Hieronder staan vier werkzaamheden. Bij welke beroepen horen de werkzaamheden?
Koppel de woorden in de linkerkolom aan de woorden in de rechterkolom.


1. Zorghulp 1. Helpen bij wassen en aankleden
2. Helpende 2. Wondverzorging
3. Verzorgende 3. Vloer moppen
4. Verplegende 4. Medicijnen geven


A
1-3, 2-1, 3-4, 2
B
1-2, 2-2, 3-4, 4-3
C
1-1, 2-4, 3-3, 4-2
D
1-3, 2-3, 3-3, 4-3

Slide 9 - Quiz

Janneminke komt bij een zorgvrager die ze nog niet eerder heeft bezocht. Waar kan ze lezen welke hulp de zorgvrager nodig heeft?
A
in haar mailbox
B
in haar rooster
C
in het protocol
D
in her zorgdossier

Slide 10 - Quiz

In het zorgdossier van meneer Berendsen is gerapporteerd dat meneer een sta-op-stoel in de woonkamer heeft staan. Ook beschikt hij over een rollator.
Minke werkt als helpende. Ze komt voor het eerst bij meneer Berendsen thuis en moet meneer Berendsen uit de sta-op-stoel in bed helpen.

Wat moet Minke als eerste doen?

A
het zorgdossier van meneer Berendsen lezen
B
Meneer Berendsen de rollator aangeven
C
Meneer Berendse ondersteunen bij het opstaan uit de stoel
D
Meneer Berendsen vertellen hoe ze hem gaat helpen

Slide 11 - Quiz

Bekijk de afbeelding hiernaast. De man op deze afbeelding is de zorgvrager in deze vraag.

Ivan komt bij de zorgvrager thuis om hem te helpen met wassen en ziet de zorgvrager. Wat kan Ivan het beste vragen of zeggen?

A
Dag meneer, als u gewassen bent, voelt u zich vast weer blij.
B
Dag meneer, ik kom u helpen met wassen. Gaat u met me mee?
C
Dag meneer, ik zie dat u ergens mee zit. Wat is er aan de hand?
D
Dag meneer, volgens mij bent u boos. Kunt u me vertellen waarom?

Slide 12 - Quiz

Meneer Zhang heeft last van duizelingen en kan daarom zijn evenwicht niet altijd goed bewaren. Hij is wel goed ter been.
Welke hulpmiddelen kan hij gebruiken tijdens het verplaatsen?

Let op! Meerdere antwoorden zijn juist.

A
Looprek
B
krukken
C
rollator
D
stok

Slide 13 - Quiz

Mevrouw Bouman heeft de ziekte van Parkinson. Ze heeft veel last van bevingen en spierstijfheid.

Zorgverlener Katja heeft dienst en is bij mevrouw Bouman. Katja vindt dat mevrouw Bouman niet fris uit haar mond ruikt. Wat kan Katja het beste zeggen of vragen?

A
Ik rapporteer dat voortaan uw mondverzorging wordt gedaan door de zorgverleners.
B
Ik ruik dat uw adem niet zo fris is. Wanneer heeft u voor het laatst uw tanden gepoetst?
C
Kom maar even mee, mevrouw, dan poets en flos ik uw tanden.
D
U ruikt een beetje uit uw mond. U kunt uw tanden niet meer goed zelf poetsen.

Slide 14 - Quiz

Meneer Brinkman vertelt aan zorgverlener Marit dat de stok die hij gebruikt om te lopen hem niet meer zo goed bevalt.
Welke doorvraag kan Marit nu het beste stellen?

A
Hoe lang heeft u deze stok al?
B
Waarom bevalt de stok u niet meer?
C
Wilt u dat ik een ander hulpmiddel laat komen?
D
Zal ik een rollator voor u bestellen?

Slide 15 - Quiz

Hieronder staan enkele stappen die je moet uitvoeren om iemand die slecht ter been is te helpen bij het voortbewegen.Zet de stappen in de juiste volgorde. Zet de stap die als eerste komt bovenaan.
1 Tel tot drie en ondersteun de zorgvrager aan zijn arm.
2 Laat de onderarm van de zorgvrager rusten op je eigen bekkenrand.
3 Vraag de zorgvrager zijn been aan de slechte kant naar voren te zetten.
4 Loop in de pas met de zorgvrager mee naar de afgesproken plaats.
5 Sta aan de goede kant van het been.
6 Houd met je ene hand de onderarm van de zorgvrager vast.


A
1,4,3,5,2,6
B
5,6,2,3,1,4
C
5,6,3,2,1,4
D
4,5,6,1,2,3,

Slide 16 - Quiz

Hieronder staan de vijf basisregels van EHBO.
Zet de regels in de juiste volgorde. Zet de regel die als eerste komt bovenaan.

1 Stel het slachtoffer gerust en zorg voor beschutting.
2 Ga na wat er gebeurd is en daarna wat het slachtoffer mankeert.
3 Help het slachtofeer op de plaats waar hij zit of ligt.
4 Let op gevaar.
5 Zorg voor professionele hulp.


A
4,2,3,1,5
B
4,5,2,1,3
C
4,2,1,5,3
D
5,2,1,3,4

Slide 17 - Quiz

Hieronder staan zes handelen die je moet uitvoeren bij het geven van een buikstoot.Zet de stappen in de juiste volgorde. Zet de stap die als eerste komt bovenaan.
1 Zorg dat het slachtoffer licht voorover buigt.
2 Leg een vuist, met de duim in je hand, op de buik van het slachtoffer, ter hoogte van het middenrif.
3 Trek met een stevige ruk je handen schuin omhoog naar je toe.
4 Sla je armen van achteren om het slachtoffer heen.
5 Stop meteen als je merkt dat de belemmering is opgeheven.
6 Pak met een hand de vuist vast.


A
4,1,2,3,6,5
B
4,2,1,3,6,5
C
4,3,1,5,2,6
D
4,2,1,6,3,5

Slide 18 - Quiz

Welk EHBO-materiaal heb je nodig om een kleine snijwond te verzorgen?

Let op! Meerdere antwoorden zijn juist.

A
handschoenen
B
steriel gaasje
C
wondpleister
D
syntetische watten

Slide 19 - Quiz

Het wassen van een bovenlichaam gebeurt in een vaste volgorde.Zet de lichaamsdelen in de juiste volgorde. Zet het lichaamsdeel dat je als eerste wast bovenaan.

1 oksels
2 hals
3 rug
4 borst
5 armen


A
2,3,4,5,1
B
2,5,4,1,3
C
2,3,4,1,5
D
5,2,3,1,4

Slide 20 - Quiz

Mevrouw Kuiper is wat te zwaar en wil graag afvallen. Je ziet dat ze voor vanavond het eten heeft voorbereid: hamburger, gekookte wortels en gebakken aardappels. Mevrouw Kuiper vraagt aan jou advies over haar menu.

Welk advies geef je?

A
De volgende keer kunt u beter de gebakken aardappels vervangen door kant-en-klare aardappelpuree.
B
De volgende keer kunt u beter de hamburger vervangen door een biefstuk.
C
De volgende keer kunt u beter de wortels vervangen door spinazie.
D
U heeft producten uit de Schijf van Vijf gekozen. Dit is een gezond menu.

Slide 21 - Quiz

Bekjijk de afbeelding.
Je ziet een salade met olijven en feta. Olijven staan niet in de Schijf van Vijf. Het Voedingscentrum geeft aan dat je olijven wel kunt eten, maar maximaal drie per dag.

Mevrouw Steenbergen heeft deze salade gemaakt. Wat is het beste advies dat je haar kunt geven?

A
Er zitten meer dan drie olijven in. Als ik u was, zou ik er niet meer dan drie eten vandaag.
B
Ik zie dat er olijven in de salade zitten. Het Voedingscentrum adviseert maximaal drie olijven per dag. Wellicht kunt u er de volgende keer op letten.
C
Olijven staan niet in de Schijf van Vijf. Dit is een ongezond menu.
D
U bent wel erg royaal geweest met de olijven. Heeft u er ook nog olijfolie overheen gedaan? Eet u voortaan wat minder olijven?

Slide 22 - Quiz

Succes!

Slide 23 - Slide