7/10 - workshop marsepein
1 / 25
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
timer
1:00
Wat is 'marsepein'?
Welke woorden ken je al?
Welke woorden ken je al?
Slide 2 - Mind map
Slide 3 - Link
Wat is goed geschreven?
A
marsepijn
B
marsepein
Slide 4 - Quiz
Chocolade letter
Marsepein
Taaitaai
Slide 5 - Drag question
timer
1:00
Wat is 'marsepein'?
Welke woorden ken je nu?
Welke woorden ken je nu?
Slide 6 - Mind map
Waar wordt marsepein van gemaakt?
A
Amandelen
B
Bonen
C
Cacaobonen
D
Dadels
Slide 7 - Quiz
Bekijk de afbeeldingen. Welke noten worden gebruikt voor de beste kwaliteit marsepein?
A B C D
A B C D
A
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
de telefoon
de keuken
de pan
het fornuis
Slide 11 - Drag question
Hier zie je een?
bagageweegschaal
keukenweegschaal
personenweegschaal
Slide 12 - Drag question
Garde
Pan
Vork
Slide 13 - Drag question
Wokken
Bakken en braden
Koken
Slide 14 - Drag question
Woonkamer
Slaapkamer
Eetkamer
Keuken
Badkamer
Slide 15 - Drag question
Sleep het woord
de badkamer
de slaapkamer
de keuken
de deur
het raam
de trap
Slide 16 - Drag question
Ik
Jij / hij / zij
Wij/jullie / zij
Het werkwoord: koken
kook
kookt
koken
Slide 17 - Drag question
Werkwoord koken
kookt
koken
kook
ik
jij
hij/zij
wij
jullie
zij
Slide 18 - Drag question
IK
HIJ, ZIJ of JIJ
............. JIJ?
WIJ
KOOK
KOOKT
KOOK
(vraag)
KOKEN
Slide 19 - Drag question
ik
jij
ik
jij
ik
jij
timer
1:00
versier
meng
versiert
kook
mengt
kookt
Slide 20 - Drag question
onderwerp
(wie)
werkwoord
(wat)
rest.
in de keuken
wij
koken
Slide 21 - Drag question
houdt
koken
Georgine
van
Slide 22 - Drag question
Lezen
Lees
Slapen
Slaap
Koken
Kook
Hele werkwoord = infinitief
Stam
Slide 23 - Drag question
Vanmiddag
moeten
wij
marsepein versieren
Slide 24 - Drag question
Ik kijk uit naar deze middag.
😒🙁😐🙂😃
