VWO 5 Of Course unit 1 lesson 1 (2) 2324

VWO 5 Of Course unit 1 lesson 1
1 / 36
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

VWO 5 Of Course unit 1 lesson 1

Slide 1 - Slide

Today
Class work
  • Grammar explanation

Independent work

  • Continue 'lesson 1'

Slide 2 - Slide

Lesson objectives
  • I know what the simple present and present continuous tenses are, and how to use these correctly.
  • I know how to make the future in English. 

Slide 3 - Slide

simple present

Slide 4 - Mind map

Simple present
  • Wat is het? 
    Tegenwoordige tijd

  • Wanneer gebruik je de tijd?
    Bij gewoontes en feiten. Als iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt. Zoek naar signaalwoorden zoals always, never, usually, normally, every day/week/month, at nights, etc. 

Slide 5 - Slide

Simple present
  • Hoe maak je de tijd? 
    hele werkwoord
    I walk to school.
    They listen to music.

  • hele werkwoord + s: als het onderwerp 3e persoons enkelvoud is; she, he, it, my mother, the cat, Laura, etc.
    He talks with his mum.
    John watches TV. 

Slide 6 - Slide

Simple present
Vragen en ontkenningen maken
  • Zet 'do' of 'does' (S.H.It-regel) vooraan in de zin, gevolgd door het onderwerp en het hele werkwoord om een vraag te maken.
    They introduce a new topic. - Do they introduce...?
    She misses her boyfriend. - Does she miss her boyfriend?

  • Gebruik 'don't' of 'doesn't' en het hele werkwoord om een ontkenning te maken.
    We eat dinner at six. - We don't eat dinner at six.
    My father likes to watch sports. - My father doesn't like ...


Slide 7 - Slide

Simple present
Let's practise!

Please, fill in the correct form of the simple present in the following sentences. 

Slide 8 - Slide

He ... (drive) to school every day.

Slide 9 - Open question

I ... (not think) you're right.

Slide 10 - Open question

... we ... (have) enough time?

Slide 11 - Open question

He ... (not read) the newspaper often.

Slide 12 - Open question

Simple present
Any questions about the simple present? 

Slide 13 - Slide

present continuous

Slide 14 - Mind map

Present continuous
  • Wat is het?
    Tegenwoordige tijd

  • Wanneer gebruik je de tijd?
    Als iets nu bezig is, als je iets doet op het moment van spreken


Slide 15 - Slide

Present continuous
Hoe maak je de tijd?
am/are/is + werkwoord + ing

I am watching a movie.
She is studying at home.
They are crossing a bridge. 



Slide 16 - Slide

Present continuous
Vragen en ontkenningen maken
  • Om een vraag te maken zet je am/are/is vooraan in de zin, er verandert verder niets aan de vorm van het werkwoord. 
    Are we reading this book? 
    Is he complaining to you? 

  • Om een ontkenning te maken voeg je 'not' toe achter am/are/is, je kunt alles uitschrijven of een verkorte vorm gebruiken. 
    I am not listening. / I'm not listening
    You are not making any sense. / You're not making... / You aren't making...

Slide 17 - Slide

Present continuous
Let's practise! 

Fill in the correct form of the present continuous in the following sentences. 

Slide 18 - Slide

She ... (go) home now.

Slide 19 - Open question

I ... (read) a great book!

Slide 20 - Open question

We ... (drive) to London.

Slide 21 - Open question

Present continuous
Any questions about the present continuous

Slide 22 - Slide

Future
  • Wat is het?
    Toekomende tijd

  • Wanneer gebruik je de tijd?
    Als iets nog gaat gebeuren, als je plannen hebt voor in de toekomst, etc. 

Slide 23 - Slide

Future
Hoe maak je de tijd?
4 mogelijkheden:
  • 1. will + hele werkwoord: iets wordt bedacht op het moment van spreken, er wordt een hoop/wens uitgesproken voor de toekomst, iets gaat gebeuren in de toekomst
             I think I will visit my grandparents this afternoon.
             I hope he will be present. 
  • 2. am/are/is going to + hele werkwoord: bij een bestaand plan, als er bewijs is dat iets gaat gebeuren
             We are going to visit my grandparents this weekend.
             It is going to rain. 

Slide 24 - Slide

Future
Hoe maak je de tijd?
4 mogelijkheden:
  • 3. present continuous: bij afspraken waarvoor iets geregeld is
             We are seeing a movie tonight.
             They are getting married in June. 
  • 4. simple present: bij zaken in de toekomst die lopen volgens een vast schema 
             This shop closes at 5 PM.
             The plane departs in twenty minutes. 

Slide 25 - Slide

Future
Vragen en ontkenningen maken
  1. will + hele werkwoord
    - zet 'will' vooraan in de zin om een vraag te maken
     - gebruik 'won't' om een ontkenning te maken
  2. am/are/is going to + hele werkwoord
    - zet am/are/is vooraan in de zin om een vraag te maken
    - voeg 'not' toe om een ontkenning te maken, je mag de verkorte vorm gebruiken of                   alles uit schrijven 
  3. present continuous: zie regels eerder deze presentatie
  4. simple present: zie regels eerder deze presentatie

Slide 26 - Slide

Future
Let's practise! 

Please fill in the correct form of the future in the following sentences. 

Slide 27 - Slide

The train ... (leave) at 11.45.

Slide 28 - Open question

They ... (fly) to London on Friday evening at 8.

Slide 29 - Open question

Look at those clouds. It ... (rain) in a few minutes.

Slide 30 - Open question

He believes it ... (rain) tomorrow night.

Slide 31 - Open question

Future
Any questions about the future

Slide 32 - Slide

Extra
  • If you need to hear another or more explanation, there are always links to YouTube videos at the end of the Lesson Up presentation

  • If you need extra practise, you can simple google '{simple present} exercise' and you will find many extra exercises. 

Slide 33 - Slide

What to do? 
  • Continue on your week task 
    --> see Magister.learn

Slide 34 - Slide

Today...
... you've been taught about the grammatical tenses simple present, present continuous and future
... you've had time to continue working on your week task. 

Slide 35 - Slide

Next class...
... you will have time to finish this week's task





Have a nice day! 

Slide 36 - Slide