Spelling en Grammatica Thema 2

Nederlands
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nederlands

Slide 1 - Slide

Een mooi 
2020

Slide 2 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Thema 2, hoofdstuk 2: spelling en grammatica
  • Letters en klanken, klinkers en medeklinkers.
  • Lettergrepen.
  • Lidwoorden en zelfstandig naamwoord.
  • Bijvoegelijk naamwoord.
  • Klaar? extra opdracht. (mag ook als huiswerk)
  • Tweede uur studiemeter.

Slide 3 - Slide

Even zelf nadenken.....
Schrijf alle klinkers van je eigen naam op het blaadje.

Slide 4 - Slide

klinkers & medeklinkers
a e i o u (y)

b c d f g h j k l m n p q r s t v w x (y) z

Slide 5 - Slide

Wat staat hier?
..a..ij....oo.   .e....ie..a..

en hier?

Pr.kt..ksch..l W.stfr..sl.nd

Slide 6 - Slide

Lange klank/korte klank
kas - kaas
bek- beek
vis - vies
bos - boos
mus - muur
Maar let op! : gapen, eten, koken, sturen

Slide 7 - Slide

Lettergrepen
Bos
Bosbes
Bosbessen
Bosbessentaart
Griep - dokter - ziekenhuis - behandeling

Slide 8 - Slide

Lidwoorden en het zelfstandig naamwoord
de - het - een
de + het = bepaald lidwoord
een = onbepaald lidwoord

Een woord waar je de/het of een voor kunt zetten noem je= zelfstandig naamwoord. Een woord voor iets of iemand

Slide 9 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord
Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord.
Het koekje
Het lekkere koekje - het vieze koekje - het grote koekje - het kleine koekje - het warme koekje - het dunne koekje - het zoete koekje - het zoute koekje - het dure koekje - het roze koekje - het verbrande koekje - het opgegeten koekje.

Slide 10 - Slide

Aan de slag
  • Zelf opdracht 1, 2, 3, 4, 5 en 6 maken.
  • Samenwerken mag, op fluistertoon.
  • Oefeningen in je groepje nakijken met nakijkblad.
  • fouten aan docent laten zien.
  • Vragen? Eerst zelf/samen oplossen. 1 persoon naar docententafel.
  • Extra uitleg/samen maken? Schuif aan bij mij!

Slide 11 - Slide

Wat heb je geleerd?
Leg uit of geef een voorbeeld:
  1. klinkers en medeklinkers
  2. Lange klank en korte klank
  3. Lettergreep
  4. Lidwoorden
  5. Zelfstandig naamwoord
  6. Bijvoegelijk naamwoord

Slide 12 - Slide