Spelling en grammatica thema 5 vervoer

Spelling en grammatica thema 5 vervoer
1 / 23
next
Slide 1: Slide
SpellingVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

This lesson contains 23 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Spelling en grammatica thema 5 vervoer

Slide 1 - Slide

blz 158

Slide 2 - Slide

Klinker
Een klinker heb je nodig om een woord te maken.

Elke letter heeft zijn eigen klank.

Je kunt zowel lange als korte klanken horen.

Slide 3 - Slide

medeklinkers
De rest!

Slide 4 - Slide

Kijk even onder je tafel

- Pak de twee kaartjes onder je tafel
- Plak ze op de juiste plaats

Slide 5 - Slide

Maak opdracht 1 A en B

Slide 6 - Slide

Lettergrepen
Een woord bestaat uit letters
Een woord bestaat uit één of meer lettergrepen.

Lettergrepen kun je horen als je het woord hardop in stukjes verdeelt.

Slide 7 - Slide


shoppa

brada

swa

brokko



shop - pa

bra - da

swa

brok - ko

Slide 8 - Slide

Maak opdracht 1C

Slide 9 - Slide

zelfstandig naamwoord
Dit zijn mensen dieren of dingen.

Je kunt er de, het of een voor zetten. 

Slide 10 - Slide

zelfstandig naamwoord
Schrijf op een blaadje een zelfstandig naamwoord.

Zet er een lidwoord (de, het of een) voor.

Slide 11 - Slide

bijvoeglijk naamwoord
Dat zegt iets over het zelfstandig naamwoord. 

Iets over het uiterlijk of wat je van iets of iemand vindt!

Slide 12 - Slide

Maak opdracht 1 E

Slide 13 - Slide

bijvoeglijk naamwoord

Schrijf bij je zelfstandig naamwoord een bijvoeglijk naamwoord. 

Slide 14 - Slide

Maak opdracht 1 D

Slide 15 - Slide

Werkwoord

Iets wat je kunt doen.


Slide 16 - Slide

Schrijf op een blaadje een werkwoord.

Slide 17 - Slide

Maak opdracht 1 F

Slide 18 - Slide

voorzetsel

Dit zijn kleine woordjes die je vertellen waar of wanneer iets is. 


De vogel is ......

Slide 19 - Slide

Maak opdracht 1 G

Slide 20 - Slide

Lidwoord
Bepaald lidwoord
De 
Het

Onbepaald lidwoord
Een 

Slide 21 - Slide

Maak opdracht 1 H

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide