H1 Lezen les 1: herhaling theorie basisschool en leerjaar 1

1.3 Lezen les 1: herhaling theorie basisschool en leerjaar 1
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, tLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

1.3 Lezen les 1: herhaling theorie basisschool en leerjaar 1

Slide 1 - Slide

H1.3 deel 1: herhaling
Leesstrategieën
Tekstverbanden
Onderwerp en deelonderwerp
Hoofdgedachte


Slide 2 - Slide

Wat is een leesstrategie?
  • Een leesstrategie is een hulpmiddel dat de lezer kan inzetten om de tekst te begrijpen.
  • Verkennend, nauwkeurig, zoekend en studerend ezen

Slide 3 - Slide

1. Leesstrategiën !

Slide 4 - Slide

Leesstrategieën 
Leesstrategie = hoe je een tekst leest

1. Verkennend lezen 
= om een eerste indruk te krijgen, je bekijkt alleen maar!

Titel, tussentitels,  vet/schuingedrukte woorden,plaatjes!!



Slide 5 - Slide

Leesstrategieën 
2. Nauwkeurig lezen
= de hele tekst lezen om 'm te begrijpen en precies weten wat erin staat 

Elke zin goed lezen, inleiding + slot belangrijk, wat hebben de alinea's met elkaar te maken? 

Slide 6 - Slide


    Zoekend lezen

Slide 7 - Slide

Studerend lezen
Studerend lezen is een vorm van intensief lezen. 
Doel: je past het studerend lezen toe bij het bestuderen van een belangrijke tekst, zoals bij een toets of examen.  

Slide 8 - Slide

Wat is een leesstrategie?
A
Een duur woord voor boekenplank.
B
Een manier om een tekst te lezen
C
Een toets over lezen
D
Geen idee

Slide 9 - Quiz

Leesstrategieën: wat is geen leesstrategie?
A
verkennend lezen
B
zoekend lezen
C
onbewust lezen
D
nauwkeurig lezen

Slide 10 - Quiz


Bij verkennend lezen...
A
...probeer je de tekst te begrijpen en wil je precies weten wat erin staat.
B
...probeer je een eerste indruk van de tekst te krijgen.
C
...probeer je de tekst uit je hoofd te leren.
D
...probeer je in de tekst te vinden wat je zoekt.

Slide 11 - Quiz

2. Tekstverbanden

Slide 12 - Slide

Tekstverbanden
Tussen woorden, zinnen en alinea's bestaat een verband. Dit noemen we een tekstverband.
Zonder tekstverbanden is je tekst niet 'stevig'.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Ik moet  vier tekstverbanden kennen::
      1. Opsommend tekstverband
  2.Tijdsvolgorde 
     3. Tegenstellend tekstverband
4. Concluderend  tekstverband

Slide 15 - Slide

1. opsommend tekstverband
Bij een opsommend tekstverband worden dingen achter elkaar opgenoemd.
signaalwoorden: 
  • ten eerste/ten tweede
  • om te beginnen
  • bovendien
  • ook, verder, ten slotte, en

Slide 16 - Slide

Tijdsvolgorde
Er zijn ook signaalwoorden die een tijdsvolgorde aangeven. Deze woorden vertellen je in welke volgorde gebeurtenissen plaatsvinden.

Signaalwoorden van de tijdsvolgorde:
eerst, daarna, voordat, nadat, toen, terwijl, zodra, ten slotte

Slide 17 - Slide

Tegenstellend verband

Slide 18 - Slide

Tegenstellend verband
  • echter
  • toch
  • maar
  • hoewel

Slide 19 - Slide

Doen:


-Sommigen: (Afmaken en) nakijken de opdrachten van 1.2: gedicht:  1, 2, 3 , 4 en 6
- Iedereen: huiswerk maken voor de volgende keer: 1 t/m 5 blz 20 en verder

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Deze les

1. Nakijken huiswerk (opdr. 1 t/m 5 van Lezen blz 21 en verder)
2. Maken opdracht 6, 7 en 8
3. Bekijk/lees/maak linkjes in Magister bij dit uur

Slide 22 - Slide