16. März/Kapitel 5 Essen/Grammatik/sprechen

Startaufgabe
- Kijk naar het plaatje rechts.
- Probeer zoveel mogelijk tekens te onthouden.
- Bij start van de les zeg ik het Duitse woord, schrijf jij het juiste teken op


1 / 12
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Startaufgabe
- Kijk naar het plaatje rechts.
- Probeer zoveel mogelijk tekens te onthouden.
- Bij start van de les zeg ik het Duitse woord, schrijf jij het juiste teken op


Slide 1 - Slide

Studiewijzer
- tot zomervakantie
- onder 'bronnen' in It's
- huiswerk = leerwerk
- toetsen

Slide 2 - Slide

Hörtest:
- Ter voorbereiding: alle luisterfragmenten tot nu toe
- komende luisterfragmenten
- Lola rennt
Schreibtest
- zinnetjes en woordenschat leren (zie document 'zinnen ter voorbereiding op...' onder 'bronnen in It's).

Lesetest in TW4

Slide 3 - Slide

die Hausaufgaben
Lees de grammatica A en B van A Grammatik.
Mache die Aufgaben 18-28 zu E Grammatik und beantworte die Fragen:
Welke zelfstandige naamwoorden krijgen bij het lidwoord ‘ein’ en 'kein' een extra -e?
Welk soort woorden krijgen net als ‘ein’ en 'kein’ ook een extra -e?
Lerne Lernliste D-N Teil A und C
Lerne Lernliste N-D: bis zum 'de schnitzel’

Slide 4 - Slide

Aan het einde van de les

  • kun je de bezittelijke voornaamwoorden in de juiste vorm toepassen
  • kun je woorden over eten en drinken toepassen

Slide 5 - Slide

Wie?
präsentieren
eine Speisekarte machen

Slide 6 - Slide

Aufgabe Präsentieren
Was? Gruppenarbeit / 3/4 Personen
Schrijf een klein script/toneelstukje/gedicht/rap, waarmee je de bezittelijke voornaamwoorden duidelijk laat zien aan je klasgenoten

timer
15:00

Slide 7 - Slide

Welk antwoord is op jou van toepassing?
A
Ik snap het nog niet (en heb nog uitleg nodig)
B
Ik begin het te snappen (en moet vooral veel gaan oefenen)
C
Ik snap het (en kan alleen aan de slag)
D
Ik snap het (en kan het anderen uitleggen)

Slide 8 - Quiz

Gruppenarbeit
Was? Macht zu dritt eine Speisekarte
Wie? Wählt einen Namen für Restaurant, wählt drei Vorspeisen, drei Haptgerichte, drei Nachspeisen und Getränke
Wie lange? 
1,5 Unterrichtsstunde
Hilfsmittel: Internet, Lernbuch
Ergebnis: die Bunte Speisekarten werden von euch präsentiert.

Slide 9 - Slide

Übersetzen und sprechen
Was? Übersetze die Sätze auf der rechten Seite
Wie? zu zweit
Hilfsmittel: Sprachmittel
Ergebnis? Du kannst Fragen stellen über Essen und Trinken
Fertig? Stellt die Fragen und antwortet. Antworte in ganzen Sätzen
1 Wat vind je lekker? (eten/drinken)

2 Wat zou je willen eten?
3 Wat zou je willen drinken?
4 Wat zou je erbij willen?
5 Hoe smaakt het je?
6 Hoe smaakt de groente?
7 Heeft u nog sinaasappelsap?
8 Heeft u ook peper en zout?






timer
10:00

Slide 10 - Slide

1 Wat vind je lekker? (eten/drinken)

2 Wat zou je willen eten?
3 Wat zou je willen drinken?
4 Wat zou je erbij willen?
5 Hoe smaakt het je?
6 Hoe smaakt de groente?
7 Heeft u nog sinaasappelsap?
8 Heeft u ook peper en zout?
1 Was findest du lecker/Was magst du?
2 Was möchtest du essen?
3 Was möchtest du trinken?
4 Was möchtest du dazu?
5 Wie schmeckt es dir?
6 Wie schmeckt dir das Gemüse?
7 Haben Sie noch Orangensaft?
8 Haben Sie auch Pfeffer und Salz?


Slide 11 - Slide

die Hausaufgaben für nächste Woche
Kapitel 5
Lerne Lernliste D-N helemaal
Lerne Lernliste N-D: helemaal
Grammatik E

Slide 12 - Slide