Personeelsbehoefte, bezetting en personeelsverloop

Personeelsbehoefte, onderbezetting, piekbelasting en personeelsverloop
1 / 15
next
Slide 1: Slide
Vaktheorie bakkerijMBOStudiejaar 1

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Personeelsbehoefte, onderbezetting, piekbelasting en personeelsverloop

Slide 1 - Slide

Programma
  • Welkom 
  • Leerdoelen
  • Korte introductie onderwerpen
  • Verwerkingsopdracht
  • Korte presentatie 
  • Plenaire afronding 

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
- De student kan uitleggen wat het begrip kwantitatieve en kwalitatieve personeelsbehoefte inhoudt.
- De student kan uitleggen wanneer er sprake is van onderbezetting of piekbelasting
- De student kan uitleggen wat het personeelsverloop inhoudt.

Slide 3 - Slide

Kwantitatieve en kwalitatieve personeelsbehoefte 

Kwantitatief : Hoeveel medewerkers je nodig hebt op een bepaald moment. 

Kwalitatief: de juiste mensen bij de juiste taken. 

Slide 4 - Slide

Onderbezetting en piekbelasting
Onderbezetting: meer werk dan personeel

Piekbelasting:  ontstaat bij werken onder grote tijdsdruk. De oorzaak ligt in verstoringen en onverwachte schommelingen in de werkhoeveelheid, de bezetting, of bij diensten die altijd voor een bepaalde deadline af moeten zijn.

Slide 5 - Slide

de drie V's 
Verzuim: een medewerker die wegblijft van het werk omdat hij ziek is. 
Verlof: vakantieverlof o.i.d. 
Verloop: de instroom en uitstroom van personeel 

Slide 6 - Slide

Opdracht
  •  Iedere groep krijgt een onderwerp
  • Je krijgt in de eerste ronde 15 minuten om jullie poster over het onderwerp te maken
  • Na 15 minuten schuift de poster door naar de volgende groep, deze vult in de volgende 10 minuten verder aan.
  • Dit doen we tot je als groep je eigen poster weer terug hebt.
  • Je hebt 5 minuten om als groep de poster nog eens te bekijken en aan te vullen, alvorens jullie hem kort presenteren. 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Kwantitatieve personeelsbehoefte
Basisberekening personeelsbehoefte
  • Het aantal uren dat medewerkers wekelijks werken --> fte
    Hoeveel ft nodig? Bereken aan de hand van:
  • De omzet per dag, week, jaar
  • De omzet per grondoppervlakte
  • Het aantal uren dat je uit moet geven

Berekeningen met verschillen in drukte
  • Meer accurate manier
  • Op basis van eerdere ervaringen


Slide 9 - Slide

Kwalitatieve personeelsbehoefte
Beinvloed door:
Niveau
- Hoe hoger de functie, hoe hoger het salaris
- Altijd een senior/ leidinggevende inroosteren bij uitvoerende taken
Soort taken
- Op basis van takenpakket rooster je mensen in
- De taken dienen op volgorde van belangrijkheid te worden uitgevoerd

Slide 10 - Slide

Piekbelasting van personeel 
Piekbelasting ontstaat bij werken onder grote tijdsdruk. 
De oorzaak ligt in verstoringen en onverwachte schommelingen in de werkhoeveelheid, de bezetting, of bij diensten die altijd voor een bepaalde deadline af moeten zijn.

Mogelijke oplossingen: 
  • personeel laten overwerken 
  • Tijdelijk personeel inzetten 
  • Werkzaamheden uitbesteden aan een externe partij

Slide 11 - Slide

Onderbezetting
Er zijn twee soorten onderbezetting: onderbezetting van mankracht en onderbezetting van expertise. 

Er is sprake van onderbezetting van mankracht wanneer het aantal medewerkers in een team onvoldoende is om de toegewezen taken uit te voeren. 

Expertise onderbezetting doet zich voor wanneer een werkgroep niet beschikt over medewerkers met de nodige kennis, vaardigheden en bekwaamheden om de taken uit te voeren.

Slide 12 - Slide

Verzuim 
Ziekte
De medewerker moet worden doorbetaald , werk moet worden overgenomen

Wit ziekteverzuim (aantoonbaar)
Grijs ziekteverzuim (geestelijk/ sociale ziekte)
Zwart ziekteverzuim (geen sprake van ziekte, blijft opzettelijk thuis)



Slide 13 - Slide

Verlof
Vakantieverlof
Calamiteitenverlof
Zwangerschaps- en bevallingsverlof
Ouderschapsverlof

Slide 14 - Slide

Verloop 
De instroom en uitstroom van personeel
Natuurlijk en onnatuurlijk (met pensioen vs. Ontslag)
Oud en nieuw (hoe lang werkten de medewerkers die weggaan er)

Hoog verloop --> hoge kosten, tijdsverlies ect.
Laag --> vastroesten, vergrijzing ect.

Slide 15 - Slide