Keuzedeel pabo WO - TV4 - geschiedenis

Keuzedeel pabo - GS - les 7







Tijdvak 4. Tijd van steden en staten 1000 - 1500 deel 1



1 / 19
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMBOStudiejaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Keuzedeel pabo - GS - les 7







Tijdvak 4. Tijd van steden en staten 1000 - 1500 deel 1



Slide 1 - Slide

This item has no instructions

1. Welk woord hoort er niet bij?
A
Adel
B
Geestelijkheid
C
Noormannen
D
Boeren

Slide 2 - Quiz

Dit begrip hoort niet bij de middeleeuwse standenmaatschappij
2. Welk woord hoort er niet bij?
A
Klooster
B
Palts
C
Missionaris
D
Onderwijs

Slide 3 - Quiz

Dit hoort bij het hof van de Frankische vorsten (karel de Grote). De andere begrippen horen bij monniken -

Palts: kasteel waaruit de koningen konden besturen/verbleven
3. Welk woord hoort er niet bij?
A
Leen
B
Horige
C
Herendienst
D
Landheer

Slide 4 - Quiz

Leen hoort bij het leenstelsel de andere begrippen horen bij het hofstelsel
4. Welk woord hoort er niet bij?
A
Vazal
B
Koning
C
Geld
D
Leen

Slide 5 - Quiz

Bij het leenstelsel werd geen geld maar grond in leen gegeven. De andere begrippen horen wel bij het leenstelsel. - vazal = leenman 
5. Welk woord hoort er niet bij?
A
Karel de Grote
B
Limes
C
Franken
D
Paus

Slide 6 - Quiz

Dit hoort bij het Romeinse Rijk. De andere begrippen gaan over het Frankische Rijk.
Doelen tijdvak 4: de late middeleeuwen (steden en staten)


De aspirant-student kan: 
  • de opkomst van handel en het ontstaan van steden uitleggen;
  • uitleggen waarom de steden zelfstandiger werden ten opzichte van de adel;
  • aan de hand van het Bourgondische Rijk het ontstaan van staten binnen Europa beschrijven;


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

4.1.2 Gebruik van de grond
Verbetering van landbouw -> van agrarische -> agrarische stedelijke samenleving
  • Ontginning van woeste gronden 
  • Nieuwe landbouwwerktuigen (hout -> ijzer)
  • Invoering drieslagstelsel            
                  
                          graanoverschotten     

Handel -> geldeconomie              Specialisatie (ambachten - gildes)
Bevolkingsgroei                                          Meer handel
                                                                                 Ontstaan van grote steden

Slide 8 - Slide

Ontginning: gereedmaken van een gebied voor landbouwgebruik (sloten werden gegraven, aanleggen van dijken tegen overstroming, dammen - havenkommen - deze plaatsen trokken scheepvaart visserij en handel aan - zo ontstonden damsteden als amsterdam, zaandam

Invoering drieslagstelsel. 
Bij het drieslagstelsel werd de landbouwgrond in 3 stukken verdeeld. Ieder jaar had het stukje grond een andere bestemming. Ene jaar zomergraan, wintergraan en daarna even niets (braakliggend grond). Zo kon de grond herstellen. 

Voedseloverschot leidde tot arbeidsspecialistaie - ambachten - die sloten zich aan bij een gilde en het ontstaan van markten (handel)
Zoek nog eens op hoe het drieslagstelsel werkt.

Omschrijf het in eigen woorden.

Slide 9 - Open question

Invoering drieslagstelsel.
Bij het drieslagstelsel werd de landbouwgrond in 3 stukken verdeeld. Ieder jaar had het stukje grond een andere bestemming. Ene jaar zomergraan, wintergraan en daarna even niets (braakliggend grond). Zo kon de grond herstellen. 
4.1 Nederzettingen groeien uit tot steden
  • Meer rust en veiligheid door vorst -> stadsrechten
  • Herleven van handel - voedseloverschot -> leidt tot arbeidsspecialisatie -> gildes en ontstaan handel (markten)
  • Marktplaatsen -> steden (vaak a/h water)
  • Gilde voor ambachtslieden - specialisaties - in steden 
  • Hanze: samenwerkingsverband door handelaren en steden -> 
       handel op Europese schaal
  • Rijkdom edelen nam toe door belastingheffing

Slide 10 - Slide

  • vorsten (graven en hertogen) zorgden voor meer veiligheid en handel omdat zij hier zelf ook van profiteerden. Zij gaven privileges zoals stads- en marktrechten. 

  • De ambachtslieden sloten zich aan bij een gilde om elkaar te ondersteunen. Zij stelde regels op waar iedereen zich aan moest houden. Hierdoor wilden zij concurrentie beperken en collega's buiten de stad te houden. In de steden ontstonden werklieden van hetzelfde beroep die zich aaneen sloten bij een gilde. Lid van een gilde word je als leerling (gezel) bij een meester en door daanra een meesterproef af te leggen

  • Hanzesteden konden door samenwerking hun belangen beschermen door bijvoorbeeld zeeroutes te beschermen. De steden aan de ijssel sloten zich hierbij aan. Dat ze verschillende munten hadden in deze gebieden stuitte nog wel eens op problemen> Ze hadden andere waarden. 
4.1.3. Groeiende macht v/d stad - stadsbestuur
Steden  zelfstandiger/machtiger t.o.v. de adel/vorst: verschuiving machtspositie andere standen
--> standen: adel, geestelijkheid, boeren + stedelingen (burgers)
Stadsrechten: vb: eigen bestuur, verdedigingswerken, marktrechten

Stadsbestuur
  • Schout en schepenen 
  • Vroedschap - rechters
  • Burgermeester

Slide 12 - Slide

De middeleeuwen werden eerst gekenmerkt door een standenmaatschapij met de 3 standen zoals we vorige weken bespraken. Met de groei en bloei v/d steden kwam een 4e stand op: de burgerij. Uiteindelijk moest de adel macht afstaan ten gunst v/d burgerij. 

Er kwamen meer mensen en de stad had behoefte aan leiding. De heersende vorst/adel gaven stadsrechten af om eigen bestuur, vorm ter geven en wetten en belastingen te bepalen. Zij werden hier rijker door maar verloren gaandeweg hun macht. 

Eerst had je vazallen (leenheren) - leenstelsel verdween). Nu kwamen er ambtenaren. 

Stadsbestuur: in het bestuur v/e stad waren de volgende functies te onderscheiden: 
  • Schout en schepenen: zij waren er voor het handhaven van orde en rust. Schout soort van hoofd politie/justitie. Zij maakten stedelijke wetten. 
  • Vroedschap: een groep wijze mannen die geraadpleegd werd over belangrijk zaken voor de stad. Zij controleerde het bestuur
  • Burgermeesters verzorgden de uitvoerende taken v/h stadsbestuur
Opzoek-opdracht
  • Zoek alles op over Floris de Vijfde... 
  • Je mag je boek gebruiken en sites

Tip:
timer
5:00

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je nu over Graaf Floris V?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

4.2 Zelfstandige vorsten in een groot rijk
Graaf Floris V: 1254 - 1296
  • Graaf van Holland en Zeeland
  • Voerde oorlog met Friezen - versloeg ze
  • Ridderzaal
  • Vermoord bij het Muiderslot


Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Bourgondische Rijk - ontstaan van staten
  • Vorsten versterken centraal gezag, minder afhankelijk van adel door huurlegers
  • Spanning tussen vorst en steden

Hertogen Bourgondië breidden tussen 1385 & 1477 gebied verder uit door:
  • Verdragen
  • Veroveringen (streven naar groot rijk tussen Frankrijk - Duitse Rijk - centralisatie)
  • Chantage

  • Statengeneraal
  • Ambtenaren i.p.v. vazallen 
  • Landen -> gewesten (Brabant, Limburg, Holland, Zeeland, Utrecht)


Slide 16 - Slide

Jullie hebben net al gelezen en gehoord dat de vorsten hun macht vergrootten ten koste van de adel. Zij waren als enige in staat zich een huurleger te veroorloven dankzij belastinggelden. De vorst probeerde steeds meer vanuit een centrale plaats mbv ambtenaren een gebied te besturen. Een voorbeeld hiervan waren de herhogen van Bourgondie. 

Zij slaagden erin verschillende gebieden bijeen te voegen tot een grotere eenheid; het Bourgondische Rijk. Ook delen v/d Lage landen behoorden tot dit rijk. De lage landen werden gewesten (later provincies genoemd). Dit ging onder het bestuur van Filips de Goede.

Vertegenwoordigers van de gewesten mochten meepraten in een algemene vergadering: Statengeneraal (gebruikte hij om belasting te vragen en daar betaalt hij het leger van)
Afronding 
Huiswerk
  • H4 lezen 
  • maken studioPabo Floris V
  • Optioneel: filmpjes na deze les bekijken


Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Video

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions