Blauwe woorden 5.5 Taalcompleet B1
1 / 13
Lesson duration is: 5 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Marisol heeft in haar vinger gesneden. Nu voelt ze zich ....
A
bleek
B
duizelig
C
grof
Slide 2 - Quiz
Met de patiënten is alles in orde. Er zijn geen .....
A
bijzonderheden
B
diëten
C
psychologen
Slide 3 - Quiz
Pas op, Carlos!
Straks .... je nog .... dat vloerkleed.
Straks .... je nog .... dat vloerkleed.
A
schop .... tegen
B
steun ... op
C
struikel .... over
Slide 4 - Quiz
Het is me ..... dat meneer Veenstra moeite heeft met lopen.
A
bepaald
B
opgevallen
C
vergeleken
Slide 5 - Quiz
De boze man .... de deur
A
bepaalt
B
schopt tegen
C
struikelt over
Slide 6 - Quiz
Naima heeft een nieuw ....., want ze wil graag dat haar gewicht afneemt.
A
psycholoog
B
werkoverdracht
C
dieet
Slide 7 - Quiz
Je moet kleine kinderen bij
het water ..... Water is namelijk gevaarlijk
het water ..... Water is namelijk gevaarlijk
A
steunen
B
in de gaten houden
C
struikelen
D
aangeven
Slide 8 - Quiz
We hebben nu betere resultaten ..... vorig jaar.
A
door middel van
B
totdat
C
door middel van
D
grof
Slide 9 - Quiz
Welk woord past er niet bij?
A
benauwd
B
bleek
C
fit
D
misselijk
Slide 10 - Quiz
Welk woord past er niet bij?
A
het dieet
B
de drugs
C
de vitamine
D
de voeding
Slide 11 - Quiz
Welk woord past er niet bij?
A
aangeven
B
opgeven
C
vertellen
D
zeggen
Slide 12 - Quiz
Welk woord past er niet bij?
A
de beschrijving
B
het onderzoek
C
het verslag
D
de werkoverdracht
