IDEEONTWIKKELING

IDEE ONTWIKKELING
1 / 40
next
Slide 1: Slide
MVIMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

IDEE ONTWIKKELING

Slide 1 - Slide

ZELFSTUDIE
Dit project maak je online in je eigen tempo. 
(Via Lessonup en met je werkboek.)

Vrijdag 19 juni voor 12:00 uur moet het project ingeleverd zijn. 

Slide 2 - Slide

Het beste idee van MVI
In dit project ga je een nieuw product bedenken en presenteren aan de docenten. Jij mag zelf weten waar jouw project over gaat.  

Slide 3 - Slide

Opdracht 1:
Probleemomschrijving

Opdracht 2:
Doelgroep mindmap

Opdracht 3:
Concurrentie onderzoek
Opdracht 4:
2D of 3D schetsen

Opdracht 5:
Product presenteren 

DEADLINE
vrijdag 20 juni
voor 12:00 uur

Slide 4 - Slide

Bekijk eerst het fragment uit het programma 'het beste idee van Nederland'.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Wat was de aanleiding (het probleem) om dit product te ontwerpen?

Slide 7 - Open question

wat vond je van het begin van de presentatie? Vertel wat je er wel of niet goed aan vind.

Slide 8 - Open question

Wat vind je van de naam
'Eggie toaster' ? Vertel waarom je het wel of geen goede naam vind.

Slide 9 - Open question

Waarom is de 'eggie toaster' volgens Martijn niet het beste idee van Nederland?
A
Hij denkt dat het niet veel verkocht gaat worden.
B
Er is niet goed nagedacht over het materiaal.
C
Het product is niet origineel genoeg.
D
Er zijn al te veel soort gelijke producten op de markt.

Slide 10 - Quiz

Hoe heet zo'n korte presentatie zoals in het fragment van HBIVN?
A
een pitch-presentatie
B
een interactieve presentatie
C
een prezi-presentatie
D
een PowerPoint presentatie

Slide 11 - Quiz

Probleem omschrijving
Iedere ontwerper gaat aan de slag met een doel, namelijk het oplossen van een probleem. 

De ontwerper van Bolletje bedacht een handige inkeping zodat je de beschuiten makkelijker uit het blik kon halen. ->

Slide 12 - Slide

Probleem omschrijving
Een ander voorbeeld is de telefoonring. 

Wat was het probleem?
De smartphones worden steeds groter en zijn moeilijk om goed vast te houden.

Slide 13 - Slide

Probleem omschrijving
Het laatste voorbeeld is de pakjeshouder. 

Wat was het probleem?
Kinderen willen graag uit een pakje drinken maar knijpen er vaak te hard in waardoor ze erg knoeien. 

Slide 14 - Slide

Noem minimaal 3 problemen waar
jij een product voor zou
willen ontwerpen.

Slide 15 - Mind map

OPDRACHT 1
Maak in je werkboek een duidelijke omschrijving van het probleem waarvoor je een product gaat ontwerpen aan de hand van de 6 W's. 
Wat, wie, wanneer, waarom, waar en wat .

Slide 16 - Slide

SMARTPHONE
De ontwikkeling van de mobiele telefoon/smartphone is heel snel gegaan. Dit is een goed voorbeeld van een innovatief* prouct. 

Bekijk in de volgende video de eerste reacties op de mobiele telefoon..

* innovatief = vernieuwend

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Noem 2 redenen die de mensen in de video genoemd hebben om geen telefoon aan te schaffen.

Slide 19 - Open question

Wie is je doelgroep?

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

DOELGROEP
Een specifieke doelgroep waar een product, dienst of bedrijf zich op richt. 

Het bereiken van de juiste mensen is belangrijk voor je succes.

Slide 22 - Slide

Omschrijf de doelgroep
van Jumbo in 2 zinnen.

Slide 23 - Open question

Omschrijf de doelgroep
van Nike in 2 zinnen.

Slide 24 - Open question

OPDRACHT 2
Maak de mindmap in je werkboek. Schrijf in de middelste cirkel het woord 'doelgroep'. Schrijf daar omheen 8 woorden/zinnen die passen bij jouw doelgroep voor jouw product. 

Weet je niet wat je op moet schrijven? Bekijk dan even de volgende dia. 

Slide 25 - Slide


1.    Bestaat je doelgroep uit mannen, vrouwen, kinderen, gezinnen etc.?

2.    Hebben de mensen uit jouw doelgroep een hoog of laag inkomen? 

3.    Waar wonen ze?

4.    Wat doen ze graag in hun vrije tijd?


5.    Wat vinden ze belangrijk in het leven?

6.    Hoe ziet hun sociale leven eruit?

7.    Waar geven ze veel geld aan uit?

8.    Waar hebben ze een hekel aan?

Slide 26 - Slide

CONCURRENTIE

Betekenis:
Iemand die 
hetzelfde wil
bereiken als jij

Slide 27 - Slide

G-STAR
LEVI'S
Deze twee jeansmerken hebben dezelfde doelgroep en prijsklasse, daardoor zijn ze concurrenten.

Slide 28 - Slide

Noem twee concurrenten
van Zalando.

Slide 29 - Open question

OPDRACHT 3
Zoek op het internet 3 concurrenten voor jouw product, bedrijven die hetzelfde (of bijna hetzelfde) willen bereiken als jij! 

Vul het formulier in je werkboek in.


Slide 30 - Slide

OPDRACHT 4
Je mag kiezen uit de volgende opties:

- Schets van het product van minimaal 2 aanzichten, in kleur op A4 papier.

- Schets van het product, 3D uitgewerkt in een grafisch programma.

- Prototype (materiaal naar keuze, bijvoorbeeld karton). 

Slide 31 - Slide

Schets op papier
meerdere aanzichten

Slide 32 - Slide

schets uitgewerkt in een grafisch programma

Slide 33 - Slide

prototype van karton

Slide 34 - Slide

OPDRACHT 5 - eindopdracht

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Video

Wat vind jij goed aan de presentatie van Koen?

Slide 37 - Open question

Wat zou Koen de volgende keer beter kunnen doen tijdens een presentatie?

Slide 38 - Open question

PITCH VLOG

De vlog duurt 1 minuut.
Inleveren via Classroom.
Laat je schets/prototype zien. 

Vertel wie je doelgroep is, waarom je dit product ontworpen hebt en waarom de klant dit product zou moeten kopen.
PITCH PRESENTATIE

De presentatie duurt 1 minuut.
Maak een afspraak met de docent. Neem je schets/prototype mee.

Vertel wie je doelgroep is, waarom je dit product ontworpen hebt en waarom de klant dit product zou moeten kopen.

Slide 39 - Slide

Hoe moet je dit project inleveren?
Keuze uit drie opties:

1. Je maakt een afspraak met de docent om op school te komen.
Je geeft een pitch presentatie en levert je werkboek in.
2. Je levert een pitch video in via Classroom en levert je werkboek in op school.
3. Je levert een pitch video in via Classroom en maakt foto’s van je werkboek en levert deze ook in via Classroom.

Slide 40 - Slide