3e uur: HEA rkt - 22-01-21 BTW berekenen
1 / 46
Lesson duration is: 30 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Hoeveel euro is 1% van € 68,90?
A
€ 0,60
B
€ 0,65
C
€ 0,68
D
€ 0,69
Slide 7 - Quiz
Wat is het bedrag zonder BTW? Dus wat is 100%?
A
€ 65
B
€ 68
C
€ 69
D
€ 70
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Slide
Wat is 1% van € 338,80?
A
€ 2,80
B
€ 3,38
C
€ 3,39
D
€ 1
Slide 10 - Quiz
Wat is het bedrag zonder BTW? Dus wat is 100%?
A
€ 338
B
€ 339
C
€ 280
D
€ 100
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Slide
Wat is 1% van € 1150?
A
€ 1,15
B
€ 11,50
C
€ 115
Slide 13 - Quiz
Wat is de prijs inclusief BTW?
A
€ 1150
B
€ 1219
C
€ 1391,50
D
€ 1400
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Slide
Wat is 1% van € 410?
A
€ 1
B
€ 4
C
€ 4,10
D
€ 41
Slide 16 - Quiz
Wat is het bedrag inclusief BTW?
A
€434,60
B
€ 435
C
€ 440
D
€ 443,60
Slide 17 - Quiz
Hoeveel euro is 1% van € 84,80?
A
€ 0,80
B
€ 8
C
€ 0,848
D
€ 8,48
Slide 18 - Quiz
Door welk getal moest ik € 84,80 delen om 1% uit te rekenen?
A
Door 100
B
Door 106
C
Door 121
Slide 19 - Quiz
Wat is de prijs zonder BTW?
A
€ 410
B
€ 468,02
C
€ 525,87
D
€ 600,28
Slide 20 - Quiz
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Hoeveel euro is 1% van € 496,10?
A
€ 4,961
B
€ 4,96
C
€ 4,10
D
€ 41
Slide 23 - Quiz
Door welk getal moest ik € 496,10 delen om 1% uit te rekenen?
A
Door 100
B
Door 106
C
Door 121
Slide 24 - Quiz
Wat is de prijs zonder BTW?
A
€ 80
B
€ 84,80
C
€ 89,89
D
€ 90
Slide 25 - Quiz
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Hoeveel euro is 1% van € 1350?
A
€ 1,35
B
€ 13,50
C
€ 12,74
D
€ 11,16
Slide 28 - Quiz
Door welk getal deel ik € 1350?
A
100
B
106
C
121
Slide 29 - Quiz
Wat is de prijs inclusief BTW?
A
€ 1350
B
€ 1431
C
€ 1633,50
Slide 30 - Quiz
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Slide
Hoeveel euro is 1% van € 32?
A
€ 0,32
B
€ 3,20
C
€ 0,26
D
€ 2,60
Slide 33 - Quiz
Door welk getal deel ik € 32?
A
100
B
106
C
121
Slide 34 - Quiz
Wat is de prijs inclusief BTW?
A
€ 32
B
€ 33,92
C
€ 38,72
Slide 35 - Quiz
Slide 36 - Slide
Hugo frituurt gemiddeld 8x per maand. Hoe vaak is dat per jaar?
A
72
B
88
C
84
D
96
Slide 37 - Quiz
15 < 31
Klopt dit?
Klopt dit?
A
Ja
B
Nee
C
Dat zullen we nooit weten
Slide 38 - Quiz
Welk getal hoort op de getallenlijn?
A
A = 33
B = 162
B
A = 27
B = 162
C
A = 27
B = 158
D
A = 33
B = 158
Slide 39 - Quiz
32 < 12
Klopt dit?
Klopt dit?
A
Ja
B
Nee
C
Meestal wel
D
Niet zo vaak
Slide 40 - Quiz
Afronden op een honderdtal
121 ≈
121 ≈
A
200
B
100
C
120
D
1,2
Slide 41 - Quiz
Afronden op een tiental
783 ≈
783 ≈
A
700
B
780
C
790
D
800
Slide 42 - Quiz
Afronden op een duizendtal
2651 ≈
2651 ≈
A
2000
B
3000
C
2500
D
2700
Slide 43 - Quiz
Afronden op een miljoental
4.045.723 ≈
4.045.723 ≈
A
4.045.000
B
5.000.000
C
4.000.000
D
4.050.000
Slide 44 - Quiz
Boer Kevin heeft 60 dieren. 1/4 deel (een kwart) daarvan zijn geiten. Hoeveel geiten heeft boer Kevin?
A
25
B
12
C
5
D
15
Slide 45 - Quiz
Feline en Iris maken een fietstocht. Ze fietsen ongeveer 16 kilometer per uur. Hoeveel kilometer hebben ze gefiets na 1/2 uur fietsen?
A
32
B
16
C
8
D
4
