blok 1 en 2 thema 4

Waarom kennen we in Nederland geen heftige overstromingen als in Bangladesh?
A
Nederland heeft sterke dijken.
B
Nederland ligt niet rondom de evenaar en kent geen moessonklimaat.
C
Nederland vangt al het water op.
D
In Nederland valt neerslag deels in de vorm van sneeuw.
1 / 46
next
Slide 1: Quiz
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Waarom kennen we in Nederland geen heftige overstromingen als in Bangladesh?
A
Nederland heeft sterke dijken.
B
Nederland ligt niet rondom de evenaar en kent geen moessonklimaat.
C
Nederland vangt al het water op.
D
In Nederland valt neerslag deels in de vorm van sneeuw.

Slide 1 - Quiz

De uitmonding van de rivier wordt ook wel delta genoemd. Maar waarom?
A
Delta is Grieks voor water en bij de uitmonding is het meeste water
B
Delta is Grieks voor driehoek en de uitmonding van de rivier heeft de vorm van een driehoek
C
Delta is Grieks voor wind en bij de uitmonding van de rivier waait het altijd hard
D
Bij de uitmonding van de rivier kun je heel goed deltavliegen

Slide 2 - Quiz

Een delta ontstaat dicht bij de bron / monding van een rivier.
A
bron
B
monding

Slide 3 - Quiz

Een delta is een gebied met vertakkingen van een rivier voor dat de rivier in zee uitkomt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Wat is sedimentatie?
A
Het afzetten van materiaal door de rivier of zee
B
Het sneller stromen van de rivier in de bergen
C
Het ontstaan van een delta
D
Het afremmen van de rivier in de benedenloop

Slide 5 - Quiz

Een delta ontstaat doordat de stroomsnelheid laag is en er veel sediment wordt neergelegd. De rivier raakt verstopt en moest nieuwe wegen zoeken richting de zee. Door welk sediment wordt hier vooral neergelegd?
A
klei
B
zand
C
grind

Slide 6 - Quiz

Net als Bangladesh heeft Nederland wel eens last van . . . . . . . . .
A
Lage waterstanden in de rivieren
B
Heftige waterstanden in de rivieren
C
Hoge waterstanden in de rivieren
D
Een hevige storm

Slide 7 - Quiz

Wat is geen natuurlijke oorzaak voor de overstromingen in Bangladesh?
A
moessonklimaat
B
zware stromen
C
ontbossing
D
onregelmatige afvoer van het rivierwater

Slide 8 - Quiz

Veel overstromingen
Minder overstromingen

Slide 9 - Drag question

Hier vind het meeste erosie plaats
Hier vind het meeste sedimentatie plaats

Slide 10 - Drag question

Op welke 2 manieren kunnen de Nederlandse rivieren het land doen overstromen?
A
door hevige regenval
B
door te hoge waterstand
C
door dijkdoorbraken
D
door extreem harde wind

Slide 11 - Quiz

Na de Watersnoodramp werden maatregelen genomen. Hoe word dat plan genoemd?
A
Deltawerken
B
Oosterscheldekering
C
Ruimte voor de Rivier
D
Nederland veilig!

Slide 12 - Quiz

Welke provincie wordt goed beschermd door de Deltawerken?
A
Flevoland
B
Gelderland
C
Overijssel
D
Zeeland

Slide 13 - Quiz

Waarom zijn de Deltawerken aangelegd?
A
Om na WO2 de Hollandse Waterlinie te versterken.
B
De watersnoodramp van 1953.
C
De Sint-Elisabethsvloed van 1421.
D
Om werk te hebben tijdens de crisisjaren na 1933.

Slide 14 - Quiz

In welk werelddeel ligt Bangladesh?
A
Afrika
B
Amerika
C
Azië
D
Oceanië

Slide 15 - Quiz

Hoe komen we in het oosten van Nederland aan zandgrond?
A
Wind die zand van drooggelegde Noordzee het land in blies.
B
Door IJs uit Scandinavië die zand meenam.
C
Via de Rijn die zand meenam uit sedimentatie.
D
Door de stuwwallen die het zand omhoog duwde.

Slide 16 - Quiz

Waarom wilde men veen vroeger afgraven?
A
Men had de ruimte nodig voor te bouwen
B
Men kon het water goed gebruiken.
C
Men gebruikte het als brandstof, werd turf
D
Het veen werd gebruikt als voer voor vee

Slide 17 - Quiz

Welke soorten grond kom je in de Nederlandse boden tegen?
A
Alleen klei
B
Zand en grind
C
Zowel Klei, zand als grind
D
Turf en löss

Slide 18 - Quiz

Hebben de rivieren invloed gehad op de vorming van ons land?
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quiz

Lange tijd woonden er geen mensen in het veengebied. Waarom niet?
A
Het gebied was te droog voor landbouw.
B
Het gebied was te nat voor landbouw.
C
Het gebied lag een tijd lang hoger dan nu.
D
Mensen wilden niet op dode plantenresten leven.

Slide 20 - Quiz

wat is veen?
A
grondsoort ondstaan door dode planten
B
breuk tussen 2 platen
C
het afbreken van stenen door tepratuur verschil
D
heuvel die is ondstaan door een gletcher

Slide 21 - Quiz

Waarom werden er in veengebieden sloten gegraven?
A
Om turf te steken
B
voor goederentransport per boot
C
Om drinkwater in op te slaan
D
Om water af te voeren en land droog te leggen

Slide 22 - Quiz

Goed
Fout
Veen bestaat uit gedroogde plantenresten.
Veen kan alleen ontstaan in natte gebieden.
Onder water vergaan planten moeilijk.

Slide 23 - Drag question

Duinen
Terp
Zwerfkeien
Stuwwallen

Slide 24 - Drag question

Duinen
Terp
Polder
Gemaal

Slide 25 - Drag question

Waarom zijn sommige terpen deels of helemaal afgegraven? Er zijn meer antwoorden goed.
A
Omdat ze niet meer nodig zijn, want de zeespiegel is gedaald.
B
Omdat het vanwege het hoogteverschil gevaarlijk is om op terpen te wonen.
C
Omdat schatgravers in de terpen hebben gezocht naar kostbaarheden, bijvoorbeeld Romeinse munten.
D
Omdat de aarde van een terp vruchtbaar is en daarom werd afgegraven en verkocht.

Slide 26 - Quiz

Een terp kan ook een andere naam hebben.

Welke stad heeft ook een soort 'terp' in haar naam?
A
Leeuwarden
B
Drachten
C
Dokkum
D
Hindeloopen

Slide 27 - Quiz

Zijn terpen ouder dan dijken?
A
Ja
B
Nee

Slide 28 - Quiz

Een terp is een ...
A
muur die mensen bouwden om zich te beschermen tegen hoog water
B
dijk die mensen bouwden om zich te beschermen tegen hoog water
C
heuvel die mensen bouwden om zich te beschermen tegen hoog water
D
kanaal dat mensen groeven om zich te beschermen tegen hoog water

Slide 29 - Quiz

Waar in Nederland liggen de meeste terpen?
A
In het noorden van Friesland
B
In het zuiden van Limburg
C
Bij de Veluwe
D
In het oosten van Twente

Slide 30 - Quiz


Het Friese dorpje Holwerd ligt op een terp. 
Wat is een terp?
A
Dat is een ander woord voor duinen.
B
Dat woord gebruik je om aan te geven dat een dorp aan zee ligt.
C
Een heuvel die het huis beschermt tegen water.
D
Dat is hetzelfde als een dijk.

Slide 31 - Quiz

In het landschap hebben we op verschillende plekken terpen.

Hoe zijn terpen ontstaan?
A
door sedimentatie van sediment uit stilstaand zeewater.
B
door het inpolderen van gebieden die erg nat waren.
C
door het maken van heuvels bestaande uit mest, klei en afval.
D
door de laatste ijstijd.

Slide 32 - Quiz

Waar vind je in Nederland vooral veenlandschappen?
A
Drenthe, Friesland en Groningen
B
Limburg en Noord-Brabant
C
Gelderland
D
Noord- en Zuid Holland

Slide 33 - Quiz

Waarom trokken de eerste mensen in Nederland naar Limburg?
A
Omdat het daar warmer was
B
Laagland was te onveilig
C
Omdat daar meer eten te vinden was.
D
Rivieren treden buiten hun oevers

Slide 34 - Quiz

Droogmakerij
Terp
Zeepolder
Molens
Heuvel van klei en afval
Dijken

Slide 35 - Drag question

ringvaart
molens
polder
gemaal
Dijk

Slide 36 - Drag question

een polderlandschap in Nederland:
sleep de 5 woorden naar de juiste plek in de afbeelding.
dijk
zee
gemaal
polder
sloot

Slide 37 - Drag question

Wat is droogmakerij?
A
Het verhogen van terpen
B
Met molens gebieden leegpompen
C
De overgang van vloed naar eb.

Slide 38 - Quiz

Hiernaast zie je een stoomgemaal-die hoort bij een.....
A
droogmakerij
B
veenpolder
C
zeepolder
D
landpolder

Slide 39 - Quiz

Een droogmakerij is een…
A
machine waarmee een polder wordt droog gepompt.
B
polder die nog niet af is.
C
polder waar de natuur de waterstand regelt.
D
droog gepompt meer.

Slide 40 - Quiz

Polders ontstaan door droogmakerij.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 41 - Quiz

Hoe ontstaat een droogmakerij?
A
Door een stuwwal
B
Het omdijken van een stuk land
C
Het omdijken van een stuk water
D
Het plaatsen van een dijk in een rivier

Slide 42 - Quiz

Flevoland is een voorbeeld van een droogmakerij.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 43 - Quiz

NAP staat voor ...
A
Nederlands algemeen Peil
B
Nederlands Amsterdam Peil
C
Normaal algemeen Peil
D
Normaal Amsterdams Peil

Slide 44 - Quiz

NAP is Normaal Amsterdams Peil. Maar wat wordt er mee bedoeld?
A
Hoogte van het land
B
gemiddelde hoogteligging
C
gemiddeld zeeniveau
D
hoogte van de zee

Slide 45 - Quiz

Waarvoor werden windmolens voor gebruikt in het westen van Nederland?
A
Om water uit de polders te pompen.
B
Om zout water zoet te maken.
C
Om drinkwater mee op te pompen.
D
Om water naar droge gebieden te brengen.

Slide 46 - Quiz