Spaans Unidad 1 pagina 14 e.v.

oefenen op Wikwijs
Op de volgende dia vind je een link naar online oefeningen op Wikiwijs. 
oefenen met 
vocabulaire
mannelijk/vrouwelijk
enkelvoud/meervoud
persoonlijke voornaamwoorden en werkwoorden
1 / 25
next
Slide 1: Slide
SpaansMBOStudiejaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

oefenen op Wikwijs
Op de volgende dia vind je een link naar online oefeningen op Wikiwijs. 
oefenen met 
vocabulaire
mannelijk/vrouwelijk
enkelvoud/meervoud
persoonlijke voornaamwoorden en werkwoorden

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

de tent/de winkel
A
la oficina
B
la bicicleta
C
la tienda
D
el mapa

Slide 3 - Quiz

de zee
A
el sol
B
el sombrero
C
el mar
D
la playa

Slide 4 - Quiz

het vliegtuig
A
el tren
B
el aeropuerto
C
la maleta
D
el avión

Slide 5 - Quiz

de koffers
A
la maleta
B
las maletas
C
la playa
D
las playas

Slide 6 - Quiz

Hoe is 't?
A
Gracias?
B
Qué tal?
C
Bien?
D
Muy bien?

Slide 7 - Quiz

Hoe gaat het met jou?
A
Como estás?
B
Como eres?
C
Como te llamas?
D
Como está?

Slide 8 - Quiz

ik heet
A
te llamas
B
soy
C
me llamo
D
bien

Slide 9 - Quiz

17
A
dieciséis
B
diecisiete
C
dieciocho
D
diecinueve

Slide 10 - Quiz

hij heet
A
me llamo
B
te llamas
C
se llama
D
nos llamamos

Slide 11 - Quiz

zij heeft
A
tengo
B
tienes
C
tiene
D
tenemos

Slide 12 - Quiz

Hoe?
A
Dónde?
B
De dónde?
C
Cuánto?
D
Como?

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Link

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

de jongens
A
el chico
B
la chica
C
los chicos
D
las chicas

Slide 19 - Quiz

de families
A
el familia
B
la familia
C
los familias
D
las familias

Slide 20 - Quiz

de hotels
A
los hotels
B
las hotels
C
los hoteles
D
las hoteles

Slide 21 - Quiz

de stations
A
los estacións
B
las estacións
C
los estaciones
D
las estaciones

Slide 22 - Quiz

de steden
A
los ciudads
B
las ciudads
C
los ciudades
D
las ciudades

Slide 23 - Quiz

enkele huizen
A
un casa
B
una casa
C
unos casas
D
unas casas

Slide 24 - Quiz

enkele vriendinnen
A
unos amigos
B
los amigos
C
unas amigas
D
las amigas

Slide 25 - Quiz