This lesson contains 39 slides, with text slides.
De rechter controleert de persoonsgegevens van de verdachte.
De officier van justitie leest de aanklacht (=ten laste legging) voor.
Eerst mag de verdachte zelf zijn verhaal doen en vervolgens ondervragen de rechters, de officier van justitie en je eigen advocaat jou.
4.
Het getuigenverhoor
Mensen die iets gehoord of gezien hebben dat met de zaak te
maken kan hebben worden bevraagd. Hiervoor leggen getuigen een eed af. Getuigen mogen niet liegen en geen aannames doen.
5.
Officier van justitie.
Als verdachte heb je altijd het laatste woord. Je kunt ook nog iets zeggen over de strafeis van de officier. De verdachte kan bijvoorbeeld ook aangeven of hij/zij spijt heeft.
8.
De uitspraak
De rechter vertelt of je schuldig of onschuldig bent en welke straf hij wil geven. Dit kan een gevangenisstraf zijn, een voorwaardelijke straf of boete.
Meestal is de uitspraak of het vonnis twee weken later.