Grammatica verwijswoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo lwoo, b, k
• Leerjaar 1

Grammatica 

Het onderwerp

Huiswerk

Week 16

dinsdag 15 april maken 7e uur

Cursus 6 blz 210

Opdracht 1 t/m 5 

persoonsvorm en onderwerp

Persoonsvorm

De persoonsvorm is altijd ...

1. een persoon
2. een dier of ding
3. een werkwoord
4. een lidwoord

Wat is de persoonsvorm?
Ik ga rijden.

1. Ik
2. Ga
3. Rijden

Wat is de persoonsvorm?
Arnoud heeft een voetbal.

1. Arnoud
2. Heeft
3. Een voetbal

persoonsvorm?
Wie vliegt er naar de maan?

1. wie
2. maan
3. vliegt
4. de maan

2.   Zoek het onderwerp (o).

Wie of Wat + de persoonsvorm.

Onderwerp

Zin                                          Wie / Wat +pv    Onderwerp

Wij gaan brood kopen. → Wie gaan? →     Wij

 

Wat is het onderwerp?

Mevrouw Van Til legt het onderwerp uit.

1. Mevrouw Van Til
2. legt
3. het onderwerp
4. uit

Wat is hier het onderwerp?

1. speelt
2. Egzon
3. voetbal
4. .

Ik kan nu het onderwerp vinden.

1. nee
2. ja

Huiswerk

Week 15 

dinsdag 8 april maken 

Cursus 5 blz 204

Opdracht 1 t/m 5