Nectar Hfst 9.3-1 GL

1 / 43
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Slide

Wat zijn antigenen?
A
Afweerstoffen
B
Antistoffen
C
Geheugencellen
D
Ziekteverwekkers

Slide 4 - Quiz

Antistoffen worden gemaakt door
A
Witte bloedcellen
B
Levercellen
C
Ziekteverwekkers

Slide 5 - Quiz

Wat doen antistoffen?
A
Plakken aan de ziekteverwekker
B
Eten de ziekteverwekker op
C
Die zorgen ervoor dat je ziek wordt

Slide 6 - Quiz

Verbind de plaatjes met de juiste tekst.
Ziekteverwekkers met antigenen
Witte bloedcellen ontwerkpen passende antistof
Witte bloedcellen die de juiste antistoffen maken gaan zich snel delen, er komen veel antistoffen in het bloed.
Antistoffen koppelen ziekteverwekkers aan elkaar.
Vreetcellen ruimen de gekoppelde ziekteverwekkers op.

Slide 7 - Drag question


Hoe noem je de eiwitten op een ziekteverwekker?
A
antistoffen
B
lichaamseigen
C
antigenen
D
lichaamsvreemd

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Wat betekent het als je immuun bent?

Slide 10 - Mind map

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Video


Waarom wordt je niet ziek als je voor een 2de keer door een ziekteverwekker wordt besmet?
A
Je kunt niet meer geïnfecteerd worden.
B
Je geheugencellen herkennen de ziekteverwekker en schakelen hem uit.
C
De ziekteverwekker kan niet meer in je lichaam komen.
D
Je lichaam is aan de ziekteverwekker gewend en wordt dus niet meer ziek.

Slide 37 - Quiz


Een baby krijgt via de moedermelk antistoffen. Dit is een voorbeeld van:
A
natuurlijke immunisatie, passief
B
kunstmatige immunisatie, actief
C
natuurlijke immunisatie, actief
D
kunstmatige immunisatie, passief

Slide 38 - Quiz


Marit is door een hond gebeten ze haalt een serum-injectie tegen tetanus.
Dit is een voorbeeld van:
A
natuurlijke immunisatie, passief
B
kunstmatige immunisatie, actief
C
natuurlijke immunisatie, actief
D
kunstmatige immunisatie, passief

Slide 39 - Quiz


Bas is erg ziek geweest, hij had mazzelen. Gelukkig is hij weer beter en kan hij het nooit meer krijgen.
Dit is een voorbeeld van:
A
natuurlijke immunisatie, passief
B
kunstmatige immunisatie, actief
C
natuurlijke immunisatie, actief
D
kunstmatige immunisatie, passief

Slide 40 - Quiz


Je krijgt een injectie met antistoffen ingespoten. Dit is een voorbeeld van:
A
natuurlijke immunisatie, passief
B
kunstmatige immunisatie, actief
C
natuurlijke immunisatie, actief
D
kunstmatige immunisatie, passief

Slide 41 - Quiz

Sleep de gegeven voorbeelden naar de juiste vorm van immunisatie
Actieve immuniteit
Passieve immuniteit
Zelf antistoffen maken
Antistoffen ingespoten krijgen
Vaccin
Serum
Tijdelijk immuun
Blijvend immuun
Ziekten voorkomen

Slide 42 - Drag question

Slide 43 - Slide