lees de volgende situatieschets
Robert werkt bij de naschoolse opvang. Robert heeft bij de overdracht de opdracht gekregen goed op Hakim te letten. Hakim heeft gisteren een zware epilepsieaanval gehad, en het is wel gebeurd dat hij dan in de dagen erna nog een aanval kreeg.
Robert drinkt thee met de jongeren. Daarna gaan Hakim en zijn vriend Bas naar buiten om te voetballen. Robert loopt naar boven naar het kantoor om de administratie bij te werken.
Nog geen kwartier later holt Bas het kantoor binnen. ‘Hakim doet raar, hij viel zo maar bij het voetballen in slaap!’, zegt hij. Robert rent de trap af, door de gang naar buiten. Bas holt erachteraan, de gang door, maar hij maakt een misstap en Robert hoort achter zich hoe Bas de trap af hobbelt. Geschrokken draait Robert zich om. Onder aan de trap ligt Bas die naar zijn enkel grijpt. ‘Au, au’, jammert Bas. ‘Mijn enkel, mijn enkel.’