This lesson contains 32 slides, with interactive quiz and text slides.
-zonder celwand en zonder bladgroen: DIEREN
-met celwand en met bladgoroen: PLANTEN
-met celwand, zonder bladgroen: SCHIMMELS of BACTERIËN
De vlinder kon je op 1 manier in 2 gelijke delen snijden.
=tweezijdigsymetrisch
Hoe zit dat met een appel?
=veelzijdig symmertrisch
Niet symmetrisch
Skelet van hoornvezel
Bodem van de zee
Kenmerken:
- veelzijdig symmetrisch
- meestal geen skelet
- leven in water
- vangen hun prooi met
tentakels
Tweezijdig symmetrisch
Geen skelet
Lichaam lang en dun
Tweezijdig symmetrisch
Meestal huisje of schelp
Veelzijdig symmetrisch
Inwendig skelet van kalk
Huid is bedekt met stekels of knobbels
Leeft in de zee
allemaal tweezijdig symmetrisch
skelet = pantser
insecten (6 poten)
spinnen (8 poten)
kreeftachtigen (10 poten)
veelpotigen
GEWERVELDEN: ( een wervelkolom, een schedel en ribben)
- Vijf groepen (Klassen):
1. VISSEN
2. AMFIBIËN
3. REPTIELEN
4. VOGELS
5. ZOOGDIEREN
Kenmerken van amfibiën zijn:
Speciaal: amfibiën hebben een gedaantewisseling
(eitje --> kikkervisje --> kikker); Kikkers, Padden, Salamanders
Kenmerken van reptielen:
Groepen: slangen, hagedissen, krokodillen, schildpadden; Tyrannosaurus Rex was er ook één.....
Kenmerken van vogels:
Niet allen vliegen (pinguin, struisvogel); hebben geen tanden: snavels aangepast aan hun eten; grootste: Condor
Kenmerken van zoogdieren:
Zogen hun jongen; Komen óók in water voor; Homo Sapiens is bekendste...?!
1. Holtedieren; kwal
2. Wormen; regenworm
3. Weekdieren; mossel
4. Stekelhuidigen; zeester
5. Geleedpotige; garnaal
6. Gewervelde; hond
- Leefomgeving, Huidbedekking, Ademhaling, Lichaamstemperatuur, Voortplanting, Voorbeelden
Sla ná elke eigenschap minstens 3 regels over!