Evaluación diagnóstica (año 1)

Schrijf het juiste bepaalde lidwoord (de/het) voor de woorden.
1 / 57
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 57 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Schrijf het juiste bepaalde lidwoord (de/het) voor de woorden.

Slide 1 - Slide

... libro

Slide 2 - Open question

... canciones

Slide 3 - Open question

... mesa

Slide 4 - Open question

... sillas

Slide 5 - Open question

... chicos

Slide 6 - Open question

... alumno

Slide 7 - Open question

Maak het meervoud van de volgende woorden. Vergeet het lidwoord niet.

Slide 8 - Slide

Un rotulador

Slide 9 - Open question

Una pizarra

Slide 10 - Open question

la edad

Slide 11 - Open question

un coche

Slide 12 - Open question

la obra

Slide 13 - Open question

el árbol

Slide 14 - Open question

Reageer op de volgende vragen over: 

"Ik ken de woordjes van "en la clase""

Slide 15 - Slide

¿Qué significa "el lápiz"?
A
de lineaal
B
het lapje
C
het potlood
D
de pen

Slide 16 - Quiz

¿Qué significa "el patio"?
A
de klas
B
het klaslokaal
C
het schoolplein
D
de aula

Slide 17 - Quiz

¿Qué significa "el cuaderno"?
A
de stoel
B
het schrift
C
de map
D
het boek

Slide 18 - Quiz

¿Qué significa "la papelera"?
A
zich aankleden
B
de rugzak
C
het etui
D
de prullenbak

Slide 19 - Quiz

Vertaal naar het Nederlands:
la goma de borrar

Slide 20 - Open question

Vertaal naar het Nederlands:
el portátil

Slide 21 - Open question

Vertaal naar het Nederlands:
la mesa

Slide 22 - Open question

Vertaal naar het Nederlands:
la pizarra

Slide 23 - Open question

Vertaal naar het Spaans:
de stift

Slide 24 - Open question

Vertaal naar het Spaans:
de docent

Slide 25 - Open question

Vertaal naar het Spaans:
het woordenboek

Slide 26 - Open question

Vertaal naar het Spaans:
de deur

Slide 27 - Open question

Vertaal naar het Spaans:
de rugzak

Slide 28 - Open question

Vertaal de volgende zinnen: 

"información personal"

Slide 29 - Slide

¿De dónde eres?

Slide 30 - Open question

Soy estudiante

Slide 31 - Open question

Mi número de teléfono es ...

Slide 32 - Open question

Vivo en Madrid.

Slide 33 - Open question

Hoe heet je?

Slide 34 - Open question

Wanneer ben je jarig?

Slide 35 - Open question

Wat doe je?

Slide 36 - Open question

Waar woon je?

Slide 37 - Open question

Mijn emailadres is

Slide 38 - Open question

Ik ben vijftien jaar

Slide 39 - Open question

Reageer op de volgende vragen over: 

"De getallen"

Slide 40 - Slide

Schrijf het volgende getal voluit in letters in het Spaans: 8

Slide 41 - Open question

Schrijf het volgende getal voluit in letters in het Spaans: 21

Slide 42 - Open question

Schrijf het volgende getal voluit in letters in het Spaans: 12

Slide 43 - Open question

Schrijf het volgende getal voluit in letters in het Spaans: 7

Slide 44 - Open question

Schrijf het volgende getal voluit in letters in het Spaans: 9

Slide 45 - Open question

Schrijf het volgende getal voluit in letters in het Spaans: 31


Slide 46 - Open question

Schrijf het volgende getal voluit in letters in het Spaans: 26


Slide 47 - Open question

Vertaal de volgende woordjes/ zinnen over: 
"saludar y despedirse"

Slide 48 - Slide

Vertaal naar het Spaans:
Goedemiddag/goedenavond

Slide 49 - Open question

Vertaal naar het Spaans:

Hoe gaat het met jou?


Slide 50 - Open question

Vertaal naar het Spaans:

tot morgen


Slide 51 - Open question

Vertaal naar het Spaans:

dankjewel


Slide 52 - Open question

Beantwoord de vragen over de volgende tekst: 

  • Hola, yo me llamo Pepe ¿Y tú?
-Yo soy Nélida, soy de Barcelona pero vivo en Madrid.
  • Yo vivo en Madrid también. Tengo doce años ¿y tú?
- Mañana es mi cumpleaños. Cumplo doce también.
  • ¡Qué bien, felicidades! Entonces tu cumpleaños es en agosto. Siempre hace mucho sol, que suerte.

Slide 53 - Slide

Antwoord in het Nederlands:

Hoe oud is Pepe?


Slide 54 - Open question

Antwoord in het Nederlands:

Waar woont Pepe?


Slide 55 - Open question

Antwoord in het Nederlands:
In welke maand is Nélida jarig?

Slide 56 - Open question

Antwoord in het Nederlands:
Waar komt Nélida vandaan?

Slide 57 - Open question