Werkstuk schrijven les 2: de opbouw

Werkstuk schrijven les 1: onderwerp kiezen
1 / 33
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Werkstuk schrijven les 1: onderwerp kiezen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Onderwerp, hoofdvraag en deelvragen bedenken voor je werkstuk
Ik kies een onderwerp voor mijn werkstuk
Ik ken de opbouw van het werkstuk
Ik ga op zoek naar informatie voor mijn werkstuk
Uitleg over onderwerp
Nederlands
Werkstuk schrijven
Hebben we alle doelen behaald?
Verder werken aan werkstuk

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesdoel

Ik ken de opbouw van het werkstuk
Ik ken de eisen voor de opbouw van het werkstuk

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Vorige les:
Onderwerp kiezen
Hoofdvraag en deelvragen bedenken.

Hoe is het daarmee gegaan?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

De opdracht
- Onderwerp: zelf kiezen of 'verplicht'
- Hoofdvragen en deelvragen.
- Je houdt een bronnenlijst bij.
- Je werkstuk is geschreven in je eigen woorden.
- Je werkstuk is op de juiste manier ingedeeld.
- Het werkstuk is op tijd ingeleverd.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Het onderwerp
- Eisen aan het onderwerp 
- Interesse? 
- Kies een onderwerp dat niet te groot is
- Kies een onderwerp dat specifiek is
- Kies een onderwerp waar je informatie over kunt vinden
- Op je eigen niveau

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Woord van de week

1. betekenis
2. zin maken

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Instructie

Hoe ziet jouw werkstuk eruit?
Wat moet er allemaal in en waar komt dit te staan?

Slide 8 - Slide

Wat wil ik niet qua onderwerp:
- iets waar ze al iets over hebben geschreven

Inhoud werkstuk:
  1. Voorblad
  2. Inhoudsopgave
  3. Inleiding
  4. Hoofdstukken
  5. Conclusie
  6. Bronvermelding
  7. Evaluatie

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

De voorkant van een verslag lijkt op de voorkant van een boek: de titel staat erop, de schrijver en een mooi plaatje. De voorkant noem je ook wel het titelblad. Waarom is een titelblad belangrijk?
A
Zo zien anderen meteen waar het verslag over gaat
B
Zo worden anderen nieuwsgierig naar je verslag
C
Zo valt je verslag niet uit elkaar
D
Zo wordt je verslag niet vies

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

De inhoudsopgave
De inhoudsopgave is bedoeld om heel snel te kunnen zien wat op welke plek in het verslag staat.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

voorbeeld inhoudsopgave
Inhoud
Inleiding .................................................................................................................................. 3
Hoofdstuk 1: Opbouw van een werkstuk ..........................................................................4
1.1 Titelpagina ..........................................................................................................................4
1.2 Inhoudsopgave ................................................................................................................ 5
1.3 Inleiding...............................................................................................................................6
1.4 Hoofdstukken ....................................................................................................................6
1.5 Conclusie ............................................................................................................................7
1.6 Slot........................................................................................................................................7
1.7 Bronnenlijst ........................................................................................................................8
1.8 Bijlagen ................................................................................................................................9
1.9 Illustraties, grafieken en tabellen.................................................................................. 10
Hoofdstuk 2: Taal en tekens...................................................................................................11
2.1 Bouwplan..............................................................................................................................11
2.2 Hoofdstukken ....................................................................................................................11

2.5 Opmaak ..........................................................................................................................................12
2.6 Taal .................................................................................................................................................13
2.7 Bronverwijzing in de tekst..............................................................................................................14
Bronnenlijst ..............................................................................................................................................16
Bijlagen............................................................................................................................................

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Na het titelblad komt de inhoudsopgave. Vul in:
In een inhoudsopgave staan alle                           onder 

elkaar. Achter ieder hoofdstuk staat een                              .

Op die pagina                          het hoofdstuk.
hoofdstukken
paginanummer
begint

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Inleiding:
  • Benoemen waarom je dit onderwerp hebt gekozen.
  • Hoofdvraag benoemen
  • Deelvragen benoemen (min 3).
  • Kort vertellen hoe je je onderzoek hebt aangepakt.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Je maakt een verslag over De Nijl. je begint met een kort stukje tekst. Hierin vertel je waarom je voor dit onderwerp gekozen hebt en waar het verslag ongeveer over zal gaan. Hoe noem je zo'n stukje?
A
het nawoord
B
de bronvermelding
C
de inleiding
D
de inhoudsopgave

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

De inleiding
In de inleiding schrijf je kort iets over de keuze voor het onderwerp en iets over de inhoud van het verslag. 
Je schrijft dit meteen na de inhoudsopgave.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Wat komt na de inleiding?
A
het titelblad
B
het nawoord
C
de bronnen
D
de hoofdstukken

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

De hoofdstukken
Na de inleiding komen de hoofdstukken. 
Hierin staat alle informatie die je hebt gevonden. Doe dit per deelvraag, zodat het mooi overzichtelijk is. 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Hoofdvraag:
  • Je hoofdvraag moet gaan over je onderwerp, en te beantwoorden zijn in je conclusie. Het is dus een vraag!

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Deelvragen
  • Je moet een hoofdvraag opdelen in een aantal deelvragen.
  • Deze deelvragen helpen je om je hoofdvraag te beantwoorden. Gebruik daarvoor de sleutelvragen op blz. 15

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Plaatjes in je verslag
Plaatjes kunnen je tekst ondersteunen. Ze laten dan zien wat je met een stukje tekst bedoelt.
Let op: zet maximaal 5 plaatjes in je werkstuk!

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Conclusie
  • Hierin geef je antwoord op de hoofdvraag, dit doe je door de antwoorden op de deelvragen kort samen te vatten.
  • Aan het eind van de conclusie geef je je eigen mening: wat is volgens jou de beste oplossing en waarom. 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Op de laatste pagina van je werkstuk komen je bronnen.

Je bronnen zijn de boeken en                            die je hebt      

                                  voor je werkstuk. De personen die je 

hebt                                         , zijn ook bronnen.
gebruikt
websites
geïnterviewd

Slide 24 - Drag question

This item has no instructions

De bronvermelding
Het is belangrijk om je bronnen te noemen. 
Dan weet de docent dat je alle informatie hebt opgezocht en waar je hebt gezocht en dat je het niet zelf hebt bedacht of gekopieerd (=plagiaat!)
Doe dit netjes alfabetisch, en soort bij soort (boeken/internetbronnen gescheiden)

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Wat is geen bron?
A
de website www.egypte.nl
B
het tijdschrift 'Op vakantie naar Egypte'
C
het boek 'Het oude Egypte'
D
Dit zijn allemaal bronnen

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Bronnen
Alles waar jij je informatie vandaan haalt, is een bron en die zet je in de bronvermelding.
1. Google, Wikipedia, ChatGPT zijn geen bronnen: zet de cache erachter (= wat je precies hebt ingetikt), dan mag het wel. 

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Evaluatie
  • Schrijf op wat je van de opdracht vond en waarom. (tip/top - jezelf) 
  • minimaal 5 zinnen. 


Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Volgende les: de informatie

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Vragen?

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Aan het werk
Je gaat aan het werk met je verslag door aan de volgende dingen te werken:

- Zoek informatie op internet om je deelvragen te beantwoorden. 
- Zet je verslag in elkaar: maak vast de layout, schrijf de inleiding, maak een voorpagina etc. 
timer
15:00

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Hebben we alle doelen behaald?


Wat is nog moeilijk?
Wat gaat al goed?

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

We hebben een onderwerp, hoofd- en deelvragen waar we tevreden over zijn.
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll

This item has no instructions