Les 2/6 keuzedeel Internationaal

Keuzedeel internationaal 1: bewustzijn/overbruggen (inter) culturele diversiteit



Les 2: Cultuurverschillen
1 / 21
next
Slide 1: Slide
KeuzedeelMBOStudiejaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 200 min

Items in this lesson

Keuzedeel internationaal 1: bewustzijn/overbruggen (inter) culturele diversiteit



Les 2: Cultuurverschillen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Deze les:

  • Toetsing en examen
  • Andere culturen
  • Gesprekskaarten
  • F en G cultuur
  • Werken aan toetsopdracht

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

N3

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

N4

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Het waarom
In je beroep kom je verschillende situaties tegen die een beroep doen op je interculturele sensitiviteit. Je ontdekt wat je eigen referentiekader is en de invloed daarvan op hoe je naar anderen kijkt.
Culturele verschillen zijn breder dan het feit dat je uit verschillende landen komt. Geloof, taal, opvoeding, geslacht, geaardheid en ervaring maken mensen ook verschillend.
In je werk wordt van je verwacht dat je respectvol en met begrip met mensen omgaat ongeacht hun achtergrond. 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Toetsing en examen
  • Ga naar dit keuzedeel op It's
  • Zoek de toetsing op (digibib opdrachten)
  • Bespreek met jouw buur waar de toetsing precies uit bestaat. 
  • Hierna doe je hetzelfde voor het examen.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Ik snap wat ik moet doen voor de toetsing en het examen.
Ja
Nee

Slide 7 - Poll

This item has no instructions

Enkele begrippen
  • Interculturele samenwerking:
Samenwerking tussen mensen uit verschillende culturen

  • Interculturele sensitiviteit:
Als je in staat bent om naar andere culturen te kijken. Niet alleen vanuit je eigen referentiekader, maar ook vanuit het referentiekader van de ander. Met respect. Je moet je kunnen inleven in de ander en je daarnaar gedragen.


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Cultuurverschillen
Referentiekader:
Bepaalt jouw denken en handelen. Jouw persoonlijk uitgangspunt geeft betekenis aan de wereld om je heen. Wordt ontwikkeld en mede bepaald door opvoeding, omgeving en ervaringen.



Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Een dynamisch proces
Interculturele sensitiviteit kan je zien als een dynamisch proces:
1) ontkenning via 2) weerstand en 3) minimaliseren; 4) tot aanvaarding en 5) aanpassing; en uiteindelijk 6) tot wederzijdse integratie. De eerste drie fasen noemen we etnocentrisch. Dat betekent dat je jouw eigen cultuur beschouwt als middelpunt van de werkelijkheid (het kan niet want….). Je kijkt als het ware naar de wereld door de eigen culturele bril. De laatste drie zijn etnorelatief. Dat betekent dat je jouw eigen cultuur binnen de context van andere culturen kunt plaatsen
(het kan wel als….)

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

De vreemde ander
• JAREN ‘50: INDISCHE NEDERLANDERS, MOLUKKERS: EX KOLONIAAL GEBIED , GOUDEN EEUW, SLAVERNIJ
• JAREN ‘60: SPANJAARDEN, ITALIANEN, GRIEKEN, JOEGOSLAVEN, PORTUGE ZEN: ARBEIDSMIGRANTEN
• JAREN ‘60: MAROKKANEN EN TURKEN: ARBEIDSMIGRANTEN
• JAREN ‘60 EN ‘70: KAAPVERDIANEN
• JAREN ‘70: SURINAMERS, EX KOLONIE, SLAVERNIJ
• JAREN ’90: ANTILLIANEN EN ARUBANEN
• 2000 HEDEN OOST EUROPEANEN
• BEGIN 20STE EEUW: CHINEZEN, STRAATVENTERS , RESTAURANTHOUDERS
• MEERDERE DECENNIA HEDEN: VLUCHTELINGEN, ASIELZOEKERS, ILLEGALEN

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Lesopdracht: 
Gesprekskaarten cultuurverschillen

  • 2 personen tegenover elkaar
  • 6 gesprekskaarten
  • Iedere ronde een andere kaart

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Cultureel competent zijn en worden
''De kwaliteit bezitten om effectieve en compassievolle zorg te verlenen, met inachtneming van de culturele gewoontes, gedragingen en behoeftes van mensen. Moed, ethisch bewustzijn en reflectie op het eigen handelen zijn voorwaarden voor cultureel competente zorgverlening.''

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Link

https://www.yumpu.com/nl/document/read/20166012/artikel-cultureel-competent-werken-tijdschrift-lvw-vilans 
Lesopdracht
Waar komen de meeste cliënten, buiten Nederland, vandaan op jouw stage/werkplek?
Zoek op internet op wat de cultuurkenmerken zijn van deze afkomst/cultuur. Noteer steekwoorden.
Welke kenmerken zijn vooral belangrijk om rekening mee te houden?
Wat zou helpen in de communicatie met deze cliënt(en)?
 

Bespreek dit samen met je buur.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

G en F cultuur

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

G (grofmazig)
Individuele vrijheid, gericht op de individu
Verantwoordelijk zijn voor het eigen gedrag, eigen gedrag bepalen
Identiteit wordt bepaald door eigen waarden en normen
Zingeving van je leven
VS, Groot- Brittannië, Duitsland, Frankrijk, België en de Scandinavische landen

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

F (fijnmazig)
Groepsgebondenheid
Groepslid voelt zich verantwoordelijk voor het groepsbelang
Gedrag ligt vast in gedetailleerde gedragsregels
Identiteit wordt bepaald door de plaats die je in de groep inneemt en door de waarden, normen en zingeving van de groep
Marokko, Turkije, China, Somalië en Vietnam


De M-cultuur is een mixvorm. Voorbeelden: Oost-Europa, Caraïbisch gebied, Latijns-Amerika, tweedegeneratiemigranten


Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Werken aan de toetsopdracht
Stap 1: cultureel onderzoek
Gebruik verschillende bronnen om informatie te vinden over jouw eigen cultuur en twee andere culturen die je hebt gekozen. Verwerk deze informatie in een verslag. Pak de toets en het beoordelingsformulier er bij. 
Vul het overzicht in, waarin je de belangrijkste kenmerken noteert van elk van de drie culturen. 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting

Slide 21 - Slide

This item has no instructions