2 maart_ 2 _ woordenschat_woorddelen vinden

Welkom bij Nederlands 
Welkom bij Nederlands
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands 
Welkom bij Nederlands

Slide 1 - Slide

Hoe zit je erbij?
Maak een foto van je uitzicht
(dus niet van je laptop)

Slide 2 - Open question

Lesdoel
Je kan bekende woorddelen van onbekende woorden vinden. 

- samengesteld woord
- voorvoegsel
- achtervoegsel

Slide 3 - Slide

Wat gaan we doen
- herhalen mededelingen
- sta-zit spel
- zelfstandig werken online methode 
- checkvragen

Slide 4 - Slide

We gaan weer (deels) naar school!
En nu?
1. We zitten allemaal gespreid. Je gaat zoveel mogelijk in de buurt zitten waar je eerder ook altijd zat. 
2. Altijd je leesboek mee: we beginnen elke les met ongeveer 12 minuutjes vrij lezen.
3. We gaan dingen met Lesson up doen, niet op je telefoon. Gewoon via je laptop.

Slide 5 - Slide

We gaan weer (deels) naar school!
En nu?
1. Les in lokaal en online is lastig te combineren voor de docent. 

Als je thuis les volgt, hele tijd online blijven en zoveel mogelijk meedoen! Achteraf controle. 
Tijdens de les kan ik jou online weinig tot niet helpen :( . Buiten de les neem ik dan online contact met je op om je te helpen!

2. Als de eerste bel is gegaan, blijven zitten. Telefoon pas pakken bij tweede bel. Bij pauze is er maar 1 bel. 

Slide 6 - Slide

Uitproberen? 
Onze  afspraken in de les

Slide 7 - Slide

Sta-zit spel
Is het waar? Ga staan
Is het niet waar? Ga/blijf zitten

Slide 8 - Slide


Sta-zit spel

Als je een woord niet kent, zoek je in het woord zelf naar een bekend woorddeel

Waar = staan
Niet waar=zitten

Slide 9 - Slide


Sta-zit spel

SCHOOLBOEK is een samengesteld woord

Waar = staan
Niet waar=zitten

Slide 10 - Slide


Sta-zit spel
On- is een achtervoegsel in bijvoorbeeld het woord ONNODIG of ONTERECHT 

Waar = staan
Niet waar=zitten

Slide 11 - Slide


Sta-zit spel
HER- is een voorvoegsel in bijvoorbeeld het woord HERINRICHTING of HERGEBRUIK  

Waar = staan
Niet waar=zitten

Slide 12 - Slide


Sta-zit spel
-LOOS is een voorvoegsel in bijvoorbeeld het woord SMAKELOOS of HOPELOOS 

Waar = staan
Niet waar=zitten

Slide 13 - Slide


Sta-zit spel
-LOOS is een achtervoegsel en dat betekent ZONDER bijvoorbeeld in het woord WAARDELOOS 

Waar = staan
Niet waar=zitten

Slide 14 - Slide


Sta-zit spel
-VOL is een achtervoegsel en dat betekent WEINIG 
Bijvoorbeeld in het woord HOOPVOL  

Waar = staan
Niet waar=zitten

Slide 15 - Slide

WOORDENSCHAT

een (on)bekend woorddeel

Een woord kan bestaan uit meer delen.
 = samengesteld

Bijvoorbeeld: 

Huisdier = huis + dier
Prijsverhoging = prijs + verhoging
Woordenschat = woorden + schat

Slide 16 - Slide

WOORDENSCHAT

een (on)bekend woorddeel

Een woord kan een voorvoegsel hebben

Onverkoopbaar > on = niet. Dus: niet verkoopbaar. 
Onnodig > on = niet. Dus: niet nodig.

Hergebruik> her = opnieuw. Dus: opnieuw gebruiken
Herinrichting> her = opnieuw. Dus: opnieuw inrichten

Slide 17 - Slide

WOORDENSCHAT

een (on)bekend woorddeel

Er zijn woorden met een stukje erachter, dat is een achtervoegsel.

Smakeloos > loos = zonder. Dus: zonder smaak
Hopeloos. Dus: zonder hoop. 
Smaakvol > vol = veel. Dus: met veel smaak. 
Hoopvol. Dus: veel hoop hebben. 


Slide 18 - Slide

Extra uitleg van een oefening?

Slide 19 - Slide

Zelfstandig werken
  • Online Nederlands: Hfd. 5 - Woordenschat 
  • Ga verder waar je gebleven was                                                                           (    Probeer dit hoofdstukje af te krijgen vandaag. 
  • In break-outrooms

Slide 20 - Slide

Nieuwsbegrip 
Over: Missies naar Mars

1. school.nieuwsbegrip.nl
2. Klik het filmpje aan van deze week, even ontspannen. 
3. Maak alleen 'Woordenschat'

Slide 21 - Slide

Lesdoelen
Bekende woorddelen van onbekende woorden vinden:
- samengesteld
- voorvoegsel (on- of her-)
- achtervoegsel (-loos of - vol)

Slide 22 - Slide

Wat is een samengesteld woord? Je mag een voorbeeld noemen

Slide 23 - Open question

Wat is een voorvoegsel? Je mag een voorbeeld noemen

Slide 24 - Open question

Wat is een achtervoegsel? Je mag een voorbeeld noemen

Slide 25 - Open question

Wat heb je geleerd deze les?

Slide 26 - Open question

Tot donderdag!
Huiswerk donderdag:
Nieuwsbegrip alleen 'Woordenschat'

Slide 27 - Slide