This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Thema 2 - Voeding en vertering
B2 Voedingsstoffen
Slide 1 - Slide
Functies van voedingsstoffen
Bouwstoffen zijn nodig voor groei en ontwikkeling.
Brandstoffen leveren energie.
Reservestoffen worden opgeslagen in bepaalde delen van je lichaam.
Beschermende stoffen beschermen het lichaam.
Slide 2 - Slide
B2 - Voedingsstoffen
Je kunt zes groepen voedingsstoffen noemen met hun functies en kenmerken.
Slide 3 - Slide
Voedingsstoffen
Slide 4 - Slide
Eiwitten
Belangrijke bouwstof
Vorming van nieuwe cellen
Opbouw van spieren
Te veel eiwitten > brandstof of omzetten in reservestof
Slide 5 - Slide
Koolhydraten
Belangrijke brandstof
Suikers, zetmeel en glycogeen
Te veel koolhydraten > omgezet in vet (reservestof)
Kan ook dienen als bouwstof
Slide 6 - Slide
Vetten
Dient vooral als brandstof
Ook bouwstof en reservestof
Te veel vet wordt opgeslagen onder de huid.
Slide 7 - Slide
Water
Lichaam 60% water
belangrijke bouwstof
Nodig voor vervoer van stoffen in het lichaam
Slide 8 - Slide
Mineralen
Worden ook wel zouten genoemd
Calcium, natrium, magnesium en ijzer.
Bouwstofen beschermende stof
Slide 9 - Slide
Vitaminen
Bouwstof en beschermendestof
Te weinig vitaminen > ziek
Slide 10 - Slide
Opdrachten
maken 2.2 opdracht 2 t/m 6 (blz. 76)
timer
5:00
Slide 11 - Slide
Bouwstoffen
Voor groei en ontwikkeling van je lichaam.
Voor herstel bij verwondingen en beschadigingen.
Voor aanmaak van nieuwe cellen en weefsels.
eiwitten koolhydraten vetten water mineralen vitamines
Slide 12 - Slide
Brandstoffen
Leveren energie die nodig is voor:
op peil houden van lichaamstemperatuur
alle bewegingen die je maakt
groei, ontwikkeling en herstel
eiwitten
koolhydraten
vetten
Slide 13 - Slide
Reservestoffen
Reservestoffen zijn niet direct nodig als bouwstof of brandstof, maar worden in bepaalde delen van het lichaam opgeslagen. Als het lichaam deze stoffen nodig heeft worden ze pas gebruikt.
koolhydraten
vetten
Slide 14 - Slide
Beschermende stoffen
Een tekort aan bepaalde mineralen en vitamines kan ziektes veroorzaken.
mineralen
vitamines
Slide 15 - Slide
Voedingsstoffen en voedingsmiddelen
Slide 16 - Mind map
Wat is het verschil tussen voedingsmiddelen en voedingsstoffen?
Slide 17 - Open question
Groepen voedingsstoffen
Voedingsstoffen
energierijke stoffen
bouwstoffen
beschermende stoffen
koolhydraten
vetten
eiwitten, vetten
mineralen, water
vitaminen
mineralen
Slide 18 - Drag question
Dierlijk
Plantaardig
Voedingsmiddellen
Voedingsstoffen
Slide 19 - Drag question
Voedingsvezels...
A
Zorgen voor een goed gevoel van honger
B
Zorgen voor een gevoel van verzadiging
Slide 20 - Quiz
Voedingsvezels...
A
Kan je wel verteren
B
Kan je niet verteren
Slide 21 - Quiz
Opdrachten
B1: opdracht 1 + 2 + 6 (blz.64)
B2: opdracht 8 t/m 11
timer
5:00
Slide 22 - Slide
Spelregels kwartet
Een willekeurige speler begint.
Als je aan de beurt bent, vraag je aan één van de andere spelers een kaart die je niet hebt. Dit moet dan wel een kaart zijn van een kwartet waarvan je zelf minimaal een kaart in je hand hebt.
Noem de naam van het kwartet en vraag naar de kaart die je wilt hebben.
Als de speler die kaart heeft, dan moet hij deze aan je afgeven en mag je doorgaan met kaarten vragen. Dit mag aan dezelfde of een andere speler.
Als je een setje van vier kaarten hebt, roep je 'Kwartet!' en leg je de vier bij elkaar horende kaarten voor je neer op tafel. Heeft de speler de gevraagde kaart niet, dan is je beurt voorbij en is de speler aan wie je het laatst een kaart vroeg aan de beurt.
Het spel is afgelopen als alle kwartetten compleet zijn.