This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Een zin die bestaat uit meerdere persoonsvormen noemen we een samengestelde zin.
Een samengestelde zin kan bestaan uit hoofdzinnen en bijzinnen.
In een hoofdzin staan onderwerp en persoonsvorm naast elkaar. Er kan geen ander zinsdeel tussen staan.
1 Het publiek begon te joelen, nadat de scheidsrechter de rode kaart liet zien.
2 Van onze trainer moeten we vroeg naar bed, want morgen spelen we een belangrijke wedstrijd.
3 Roberto wil heel graag surfen, maar hij vindt het nu te koud.
1 Het publiek |begon |te joelen, nadat de scheidsrechter |de rode kaart |liet | zien.
1 Het publiek |begon |te joelen, nadat de scheidsrechter |de rode kaart |liet | zien. = hoofdzin + bijzin = onderschikking