Lesdoelen
Je herkent de volgende woordsoorten en kunt deze benoemen:
- lidwoord
- zelfstandig naamwoord
- bijvoeglijk naamwoord
- ww: hww, zww en kww
- vz
- voornaamwoorden: pers. vnw., bez. vnw., wknd. vnw., wkg. vnw., vr. vnw., aanw. vnw., betr. vnw., onbep. vnw.
- telwoorden: hoofdtelwoord en rangtelwoord (bepaald en onbepaald)
- voegwoord (vwo: onderschikkend en nevenschikkend)