This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Tegenargumenten en weerleggingen
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Leerdoel
Aan het einde van de les kun je uitleggen wat een weerlegging is en hoe het wordt gebruikt in een betogende tekst.
Slide 2 - Slide
This item has no instructions
Argumenten en weerleggingen
In een betogende tekst gebruikt de schrijver argumenten om zijn standpunt te ondersteunen.
Hij kan ook weerleggingen gebruiken om tegenargumenten te ontkrachten.
Slide 3 - Slide
This item has no instructions
Voorbeeldfragment
[1] Van muziek in de klas wordt vaak gezegd dat het slecht is voor de concentratie. Daar heb ik echternog nooit iets van gemerkt. Als wij van een docent weleens naar muziek mogen luisteren in de les, kun je – als je je koptelefoon even afdoet – gewoon een speld horen vallen: iedereen is met zijn werk bezig, ook de leerlingen die niet naar muziek luisteren, want zij worden niet door anderen afgeleid. Aan het einde van de les heeft bijna iedereen zijn huiswerk af.
Slide 4 - Slide
This item has no instructions
Voorbeeldfragment
[2] Een ander veelgehoord argument tegen muziek in de klas is dat leerlingen er slechter door zouden gaan presteren. Maar ook daar blijkt niets van waar te zijn. Integendeel: uit veel onderzoeken blijkt dat muziek absoluut een positief effect heeft op je prestaties. Je ervaart minder stress door muziek en krijgt er een beter gevoel van. Hierdoor heb je meer – en langer – energie voor de dingen die je moet doen.
Slide 5 - Slide
This item has no instructions
Weerlegging van concentratie-argument
Het concentratie-argument tegen muziek in de klas wordt weerlegd door te laten zien dat leerlingen juist goed kunnen werken, zelfs als anderen naar muziek luisteren.
Slide 6 - Slide
This item has no instructions
Weerlegging van prestatie-argument
Het prestatie-argument tegen muziek in de klas wordt weerlegd door te benadrukken dat muziek een positief effect heeft op prestaties en het gevoel van welzijn.
Slide 7 - Slide
This item has no instructions
Signaalwoorden
Signaalwoorden helpen de lezer om weerleggingen te herkennen.
Enkele voorbeelden van signaalwoorden zijn: echter, maar, daarentegen.
Slide 8 - Slide
This item has no instructions
Wat is de functie van een weerlegging?
Slide 9 - Open question
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Met welke truc kun je het verschil tussen een standpunt en argument achterhalen?
Slide 10 - Open question
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Dit was de laatste theorie van Lezen. Heb je nog vragen? Zo ja, welke?
Slide 11 - Open question
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.