Ontdek Wechselpräpositionen

Ontdek Wechselpräpositionen
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Ontdek Wechselpräpositionen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je de Wechselpräpositionen begrijpen en correct toepassen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over Wechselpräpositionen?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat zijn Wechselpräpositionen?
Wechselpräpositionen zijn Duitse voorzetsels die van betekenis veranderen afhankelijk van de grammaticale context.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Voorbeelden van Wechselpräpositionen
Beispiele: 'in', 'an', 'auf', 'hinter', 'neben', 'über', 'unter', 'vor' en 'zwischen'.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Veranderende betekenissen
De betekenis van een Wechselpräposition kan veranderen afhankelijk van de grammaticale constructie en de context van de zin.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Oefening 1: Betekenissen raden
Laat de studenten raden welke betekenis een Wechselpräposition heeft in verschillende zinnen.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Gebruik van Wechselpräpositionen
Wechselpräpositionen worden gebruikt om de locatie van objecten aan te geven of om beweging aan te geven.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Oefening 2: Zinsconstructies maken
Laat de studenten zinnen maken met behulp van Wechselpräpositionen en de juiste betekenis in de context toepassen.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Samenvatting
Herhaal de belangrijkste punten over Wechselpräpositionen en beantwoord eventuele vragen van de studenten.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.