This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
3.2 Grammatica
Bedrijvende en lijdende vorm
Slide 1 - Slide
Lezen
timer
13:00
Slide 2 - Slide
Lesdoel
Aan het einde van de les weet ik het verschil tussen een bedrijvende zin en een lijdende zin en kan ik herkennen of een zin bedrijvend is of lijdend is.
Slide 3 - Slide
Bedrijvende vorm
Jara| laat | de hond | uit
Onderwerp:
Slide 4 - Slide
Bedrijvende vorm
Jara| laat | de hond | uit
Jara is het onderwerp
Jara doet iets in deze zin: Ze laat de hond uit
Bedrijvend of actief
Slide 5 - Slide
Lijdende vorm
De hond | wordt | door Jara |uitgelaten
Onderwerp:
Slide 6 - Slide
Lijdende vorm
De hond | wordt | door Jara |uitgelaten
De hond is het onderwerp
De hond doet niets in deze zin: Hij wordt uitgelaten
Lijdend of passief
Slide 7 - Slide
Bedrijvend of lijdend?
Zoek het werkwoordelijk gezegde in de zin.
Zoek het onderwerp in de zin.
Doet het onderwerp wat in het werkwoordelijk gezegde staat?
Ja --> Bedrijvend
Nee --> Lijdend
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
De hond en Jara worden door de harde wind van de weg geblazen. Is deze zin bedrijvend of lijdend?
Slide 10 - Open question
Heel lang geleden poetsten de mensen hun tanden niet.
A
Bedrijvende vorm
B
Lijdende vorm
Slide 11 - Quiz
Later werden as, eierschalen, mirre en puimsteen door de oude Egyptenaren vermengd en dat mengsel gebruikten ze
A
Bedrijvende vorm
B
Lijdende vorm
Slide 12 - Quiz
Met een stokje werd het poeder over het gebit verdeeld.
A
Bedrijvende vorm
B
Lijdende vorm
Slide 13 - Quiz
Grieken en Romeinen vervingen het poeder door een pasta
A
Bedrijvende vorm
B
Lijdende vorm
Slide 14 - Quiz
Nu stimuleert zelfs de overheid het tandenpoetsen, zodat in gebitten geen gaatjes ontstaan.
A
Bedrijvend, Bedrijvend
B
Lijdend, Lijdend
C
Bedrijvend, Lijdend
D
Lijdend, Bedrijvend
Slide 15 - Quiz
Ik snap het verschil tussen een bedrijvende zin en een lijdende zin?