HA1: Grammatica: meewerkend voorwerp

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Grammatica

Meewerkend voorwerp

Doel:

Je kent al het onderwerp, de persoonsvorm, het werkwoordelijk gezegde en het lijdend voorwerp

Ik weet wat het meewerkend voorwerp is en kan deze in een zin aanwijzen

Jan gaf de toets aan de leraar.

Wat is 'Jan'?

1. meewerkend voorwerp
2. lijdend voorwerp
3. onderwerp
4. meewerkend voorwerp

Jan gaf de toets aan de leraar.

Wat is 'de toets'?

1. meewerkend voorwerp
2. lijdend voorwerp
3. onderwerp
4. meewerkend voorwerp

Herhaling:

gezegde: alle werkwoorden uit de zin

onderwerp: wie (wat) + gezegde

lijdend voorwerp: wat (wie) + gezegde + onderwerp

Meewerkend voorwerp

aan (voor) wie/wat + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp

Check daarna of je aan (voor) kunt weglaten of toevoegen.

Soms moet je hiervoor de woordvolgorde aanpassen

Is dit een meewerkend voorwerp?

Hij laat al zijn geld na [aan goede doelen].

1. Wel een meewerkend voorwerp
2. Geen meewerkend voorwerp

Wat is het meewerkend voorwerp?

Sophie doet jou de groeten

1. Geen meewerkend voorwerp
2. jou
3. Sophie
4. de groeten

Wie heeft mijn scooter gerepareerd?

mijn scooter =

1. onderwerp
2. meewerkend voorwerp
3. lijdend voorwerp
4. werkwoordelijk gezegde

Wat is het meewerkend voorwerp (MV) in de zin:

Na een jaar verkering schonk Nick zijn vriendin een zilveren ring.

Wat is het meewerkend voorwerp (MV) in de zin:

De enthousiaste presentator beloofde de luisteraars een wervelende radioshow.

Het meewerkend voorwerp is:

Wie van de leerlingen gaat aan Lara feedback geven?

Wat is het meewerkend voorwerp?

In de bijsluiter worden de bijwerkingen van het medicijn nauwkeurig toegelicht.

Wat is het meewerkend voorwerp in de volgende zin:
De zorgzame dokter wenste de patiënt het allerbeste toe.

Creatief schrijven 

Om mee te beginnen....