Les 2 - persoonsvorm verleden tijd

Werkwoordspelling
Les 2

Maak tijdens deze les aantekeningen!
1 / 32
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Werkwoordspelling
Les 2

Maak tijdens deze les aantekeningen!

Slide 1 - Slide

Wat gaan we in deze les doen?
  • Opdrachten nakijken vorige week
  • Persoonsvorm verleden tijd

Slide 2 - Slide

Doelen
- Ik kan de persoonsvorm verleden tijd (pvvt) van zwakke werkwoorden correct schrijven.
- Ik kan de persoonsvorm verleden tijd (pvvt) van sterke werkwoorden correct schrijven.

Slide 3 - Slide

Welk werkwoord is zwak?
A
zwemmen
B
luchten
C
lopen
D
vertrekken

Slide 4 - Quiz

Welk werkwoord is sterk?
A
winnen
B
sprinten
C
mixen
D
blozen

Slide 5 - Quiz

Persoonsvorm verleden tijd - zwak
- Schrijf eerst de ik-vorm (tt)
- Enkelvoud? Voeg -de of -te toe
- Meervoud? Voeg -den of -ten toe

>> Maken > ik maak > ik maakte, wij maakten
>> Tekenen > ik teken > ik tekende, wij tekenden
>> Wachten > ik wacht > ik wachtte, wij wachtten

Slide 6 - Slide

Persoonsvorm verleden tijd - zwak
- Twijfel je of je -de(n) of -te(n) moet toevoegen?
- Gebruik 't ex-kofschip of 't sexy fokschaap.
- Zit de laatste letter van de stam er wél in? >> -te(n)
- Zit de laatste letter van de stam er níét in? >> -de(n)

Verhuizen > verhuiz > ik verhuis > ik verhuisde

Slide 7 - Slide

De bruidsjurk van Florien (slepen) over de grond.

Slide 8 - Open question

De brandweermannen (blussen) de brand.

Slide 9 - Open question

De mannen (proberen) met een vals briefje van €50 te betalen.

Slide 10 - Open question

Thomas (spellen) alle woorden correct.

Slide 11 - Open question

Suzan (spelden) ons een vreemd verhaal op de mouw.

Slide 12 - Open question

Met één klik (vergroten) Chiel de foto op zijn beeldscherm.

Slide 13 - Open question

(proeven) jij stiekem van de taart?

Slide 14 - Open question

Het elftal (spelen) een fantastische wedstrijd.

Slide 15 - Open question

Het huis (branden) tot de grond toe af.

Slide 16 - Open question

Vivian (melden) zich af voor het feest.

Slide 17 - Open question

Persoonsvorm verleden tijd - sterk
- Sterke werkwoorden veranderen in de verleden tijd van klank.
- Je schrijft ze zo kort mogelijk op.
- Gebruik in de verleden tijd nóóit -dt!

Slide 18 - Slide

Persoonsvorm verleden tijd - sterk
Vul op de volgende pagina's de juiste vorm van de persoonsvorm in de verleden tijd in. 
Alle werkwoorden zijn sterk.

Slide 19 - Slide

Silvan (ontbijten) met yoghurt en cruesli.

Slide 20 - Open question

De sporten (geven) commentaar op de wedstrijd.

Slide 21 - Open question

Sterre (worden) uitgenodigd voor het galafeest.

Slide 22 - Open question

De journalist (houden) zich niet aan de afspraak.

Slide 23 - Open question

Alle leerlingen (vertrekken) voor de bel was gegaan.

Slide 24 - Open question

Hailey (hebben) overal naar haar knuffel gezocht.

Slide 25 - Open question

(vinden) jullie de toets van Duits ook zo moeilijk?

Slide 26 - Open question

Deze vragen (lijken) best veel op die uit de vorige opdracht.

Slide 27 - Open question

Jinthe (vertrekken) voor onbepaalde tijd naar het buitenland.

Slide 28 - Open question

De trein naar Harderwijk (rijden) gisteren niet.

Slide 29 - Open question

Terugblik op de doelen

Slide 30 - Slide

- Ik kan de persoonsvorm verleden tijd (pvvt) van zwakke werkwoorden correct schrijven.
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll

- Ik kan de persoonsvorm verleden tijd (pvvt) van sterke werkwoorden correct schrijven.
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll