U.2 bezittelijk voornaamwoord

Bezittelijk voornaamwoord
Belangrijk bij het bezittelijk voornaamwoord is dat je goed let op vrouwelijk / mannelijk / meervoud 
van het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort
1 / 22
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Bezittelijk voornaamwoord
Belangrijk bij het bezittelijk voornaamwoord is dat je goed let op vrouwelijk / mannelijk / meervoud 
van het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Slide

Het bezittelijk voornaamwoord staat voor een...
A
...werkwoord
B
...een lidwoord
C
...zelfstandig naamwoord
D
...een voorzetsel

Slide 4 - Quiz

Klinkerbotsing
Ook bij het bezittelijk voornaamwoord moet je opletten voor klinkerbotsing, dit geldt alleen bij vrouwelijke woorden:

mijn school > ma école > mon école
haar adres > sa adresse > son adresse
jouw vriendin > ma amie > mon amie
geldt NIET bij onze/uw-jullie /hun

Slide 5 - Slide

stappenplan
1. bepaal welke betekenis je wil:
mijn / jouw / zijn-haar / onze / uw-jullie / hun
2. bepaal of het znw waar het bij hoort :
mannelijk / vrouwelijk/ meervoud
3. combineer deze twee, bijvoorbeeld:
jullie overwinning:                    1. votre/vos
                                                          2. la victoire, vrouwelijk
                                                          3. votre victoire

Slide 6 - Slide

mannelijk
vrouwelijk
meervoud
sa
son
ses
ta
mes
mon
tes
ton
ma
notre
vos
leurs

Slide 7 - Drag question

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (mijn) entraineur
A
mon
B
ma
C
son
D
sa

Slide 8 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (jouw) tournoi
A
sa
B
ta
C
son
D
ton

Slide 9 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

______________(mijn) loisirs
A
mes
B
mon
C
ma
D
ton

Slide 10 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (onze) ballons
A
notre
B
vos
C
leurs
D
nos

Slide 11 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (jullie) tante
A
votre
B
leur
C
vos
D
son

Slide 12 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (jouw) balle de tennis
A
ma
B
ta
C
ton
D
son

Slide 13 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (hun) parents sont super cool
A
leurs
B
vos
C
ses
D
tes

Slide 14 - Quiz

mijn drumstel

Slide 15 - Open question

jouw stem

Slide 16 - Open question

onze stemmen

Slide 17 - Open question

zijn vergissing

Slide 18 - Open question

hun afspraak

Slide 19 - Open question

onze finale

Slide 20 - Open question

Quizlet
Ga nu voca oefenen via quizlet, link op volgende slide, 
 je kunt kiezen voor :

appr. 6 + 7 FN/NF
avoir / être / faire 
pouvoir/ vouloir / aller
bezittelijk voornaamwoord

Slide 21 - Slide

Quizlet voor 2F:
https://quizlet.com/join/YP3RnBW3M?i=2qkgwc&x=1bqt


Slide 22 - Slide