Pallas 19 - Betrekkelijk Voornaamwoord

Pallas les 19: Betrekkelijk Voornaamwoord

  • Je kunt uitleggen wat een betrekkelijk voornaamwoord, antecedent en betrekkelijke bijzin zijn.
  • Je kunt uitleggen wat bedoeld wordt met een betrekkelijk voornaamwoord met ingesloten antecedent (mia).
  •  Je kunt een betrekkelijk voornaamwoord herkennen en vertalen in het Grieks. 
1 / 20
next
Slide 1: Slide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3,4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Pallas les 19: Betrekkelijk Voornaamwoord

  • Je kunt uitleggen wat een betrekkelijk voornaamwoord, antecedent en betrekkelijke bijzin zijn.
  • Je kunt uitleggen wat bedoeld wordt met een betrekkelijk voornaamwoord met ingesloten antecedent (mia).
  •  Je kunt een betrekkelijk voornaamwoord herkennen en vertalen in het Grieks. 

Slide 1 - Slide

Voorkennis
De betrekkelijke bijzin in het Nederlands

Slide 2 - Slide

We zien bepaalde soldaten in die stad, met wie de onzen willen vechten.
Betr. Vnw.
Antecedent

Slide 3 - Drag question

Het eerste argument was onzinnig, maar het tweede dat ze gaf, zette ons aan het denken.
Betr. Vnw.
Antecedent

Slide 4 - Drag question

Belangrijke regel
Ἡ γυνή, ἣν γαμεῖς, σώφρων ἐστίν.
Ἡ γυνή = nom ev vr / ἣν = acc ev vr
Het antecedent en het betrekkelijk voornaamwoord komen altijd overeen in geslacht en getal, maar niet altijd in naamval.

Slide 5 - Slide

Belangrijke termen
Betrekkelijk voornaamwoord
Antecedent
Betrekkelijke bijzin

Slide 6 - Slide

Betrekkelijk voornaamwoord in het Grieks

Vorm: hetzelfde als het lidwoord, maar in plaats van de τ een spiritus asper (ὁς, οὑ, ...)
Getal en geslacht worden bepaald door het antecedent.
De naamval wordt bepaald door de functie in de betrekkelijke bijzin.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide


Ἃ = acc. mv. o.

ᾧ = dat. ev. m.


Slide 9 - Slide

Vertaal:
Ἐθαυμάζομεν τὰς οἰκίας τῆς πόλεως, ἐν ᾗ ᾤκουν.

Slide 10 - Open question

Vertaal:
Ὀ δεσπότης, οὗ δοῦλον ἀπεκτείνατε, ὠργίσθη.

Slide 11 - Open question

Vertaal:
Ὅς τούτο ἀναγιγνώσκει, ἄφρων ἐστίν.

Slide 12 - Open question

Een fout gemaakt in de vorige zinnen? 
Maak dan eerst de paarse oefeningen en laat de antwoorden zien aan de docent. 
Vertaal daarna tekst 19B.

Geen fouten? Begin dan meteen met tekst 19B.

Slide 13 - Slide

Αἱ κόραι, αἷς διελεγόμεθα, πᾶσαι πολλὰ κακὰ ἔπαθον.
Betr. Vnw.
Antecedent

Slide 14 - Drag question

Vertaal:
Αἱ κόραι, αἷς διελεγόμεθα, πᾶσαι πολλὰ κακὰ ἔπαθον.

Slide 15 - Open question

Ἡ μήτηρ, ᾗ ὠργίζετο ἡ θυγάτηρ, κακίστη ἦν.
Betr. Vnw.
Antecedent

Slide 16 - Drag question

Vertaal:
Ἡ μήτηρ, ᾗ ὠργίζετο ἡ θυγάτηρ, κακίστη ἦν.

Slide 17 - Open question

Vertaal
Ἡ χώρα, ἀφ’ ἧς ἀπέφυγον, ἀπώλετο.

Slide 18 - Open question

Vertaal tekst 19B

Slide 19 - Slide

Huiswerk
Vertaal tekst 19B t/m regel 4.

Slide 20 - Slide