1C - P1 - week 3 - les 1 - H8 Verhalen vertellen

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Welkom!

Nederlands

Mevrouw Takken, TNL

[e-mail]

Aanwezig op: maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag (SWS)

- Lezen

- Bespreken Sprookjes

- Wanneer is een verhaal een goed verhaal?

- Verschil Fictie en non-fictie

- Aan de slag

Doel:

- Je kent de kenmerken van een sprookje,

- Je beschrijft het plot van een (hedendaags) sprookje

- 

Vandaag in de les:

Stillezen

Leg je gemaakte huiswerk (9 t/m 12) open op tafel neer

• Vaak ontstaan om mensen een les te leren, die zelf niet konden lezen. 
   
• Veel verschillende versies - mondeling overgebracht.
   
• Er was eens...
• ...en ze leefden nog lang en gelukkig.
   
• Goede hoofdpersonen tegenover slechterikken
• Boze heksen, boze feeën, prinsen, prinsessen die gered moeten worden, pratende dieren
   
• er zitten bijna altijd wijze lessen in.

Sprookjes...

Fictie - Verzonnen

a. Het zou echt hebben kunnen gebeuren

b. Complete fantasie

Non - fictie:

Waarheidsgetrouw

Broodje aap (urban Legend)

- Zou echt kunnen zijn, maar vaak helemaal verzonnen. 

- Wordt vaak doorverteld, zodat mensen vaak geloven dat het echt is. 

Verhalen

Verhalen

Lees pagina 34

Maak opdracht 1 tot en met 8

Aan de slag: 

Bedenk nu zelf een kort verhaal (200 woorden) dat

karakteristiek is voor het genre sprookjes. 

1.  wie komen er in voor. Welke personages zijn er?

2. Welke gebeurtenissen zijn er?

3. Waar speelt het zich af?

4. Wat is de moraal van het verhaal?

5. Schrijf jouw (hedendaagse) sprookje. Lever het in bij de docent. (huiswerk voor volgende week maandag)

Sprookjes...

Wanneer moet het af?

- Na de volgende les lever je het in.

(in die les gaan we er ook aan werken)

(dit is opdracht 11)

Noem één ding dat je geleerd hebt tijdens deze les

-  Voor de les heb je de opdrachten van van vandaag in je schrift staan (t/m 10)

- In de les gaan we verder schrijven aan jouw eigen sprookje van 200 woorden.

- Heb je je boek bij je

Tot dan!

Volgende les: