5 VWO hoofdstuk 11 paragraaf 1

11.1 Gaschromatografie
Leerdoelen:
Je leert het verschil tussen kwalitatief en kwantitatief onderzoek.
Je leert over de stationaire en mobiele fase en de retentietijd van gaschromatografie.
Je leert de molverhouding van een gasmengsel berekenen uit het piekoppervlak in het chromatogram.
Je leert over de invloed van een polaire en apolaire stationare fase op de retentietijd.



1 / 10
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 10 slides, with text slides.

Items in this lesson

11.1 Gaschromatografie
Leerdoelen:
Je leert het verschil tussen kwalitatief en kwantitatief onderzoek.
Je leert over de stationaire en mobiele fase en de retentietijd van gaschromatografie.
Je leert de molverhouding van een gasmengsel berekenen uit het piekoppervlak in het chromatogram.
Je leert over de invloed van een polaire en apolaire stationare fase op de retentietijd.



Slide 1 - Slide

Kwalitatieve en kwantitatieve analyse
Een analyse of onderzoek kan kwalitatief of kwantitatief zijn. 
In een kwalitatief onderzoek wil je weten welke stof in het product aanwezig is. 
Bij een kwantitatief onderzoek wil je weten hoeveel van een stof in het product is. (eerst kijken of de stof er überhaupt is)
Kan je een voorbeeld geven van beide?

Slide 2 - Slide

Kwalitatief en kwantitatieve analyse
Een veelgebruikte analysemethode voor geneesmiddelen en geurstoffen is gaschromatografie. 
Deze scheiding berust op dezelfde principes als papierchromatografie. 
De mobiele fase is bij deze techniek een gasstroom, die langs de stilstaande stationaire fase loopt. De tijd die een stof nodig heeft voor de hele route is de retentietijd.

Slide 3 - Slide

Analyse met gaschromatografie
Gaschromatografie is geschikt voor zowel kwali als kwanti. 
Je injecteert een kleine hoeveelheid stof in de gasstroom.
Deze wordt dan vervoert naar de detector die registreert wanneer het bestandsdeel van het mengsel langskomt.

Een belangrijke toepassing van GC is zuiverheidscontroles van medicijnen. Zitten er bijproducten in of niet. 

Slide 4 - Slide

Gaschromatografie. 

Slide 5 - Slide

Gaschromatografie

Slide 6 - Slide

Gaschromatografie
Je kan een grote hoeveelheid informatie halen uit een gaschromatogram. 
De retentietijs hangt af van de grootte van het molecuul en of het een polaire of apolaire stof is in combinatie met de mobile fase. 
Het oppervlakte onder de piek, het piekoppervlakte, is een maat voor de hoeveelheid mol stof aanwezig is. 

Slide 7 - Slide

Polair vs Apolair

Slide 8 - Slide

Leerdoelen:
Je leert het verschil tussen kwalitatief en kwantitatief onderzoek.
Je leert over de stationaire en mobiele fase en de retentietijd van gaschromatografie.
Je leert de molverhouding van een gasmengsel berekenen uit het piekoppervlak in het chromatogram.
Je leert over de invloed van een polaire en apolaire stationare fase op de retentietijd.

Slide 9 - Slide

Aan de slag:
Maak opdracht 6 t/m 13 van paragraaf 11.1 op blz 117 en 118.
Dit is huiswerk.
Klaar? Bekijk alvast paragraaf 11.2

Slide 10 - Slide