havo 4 pluriforme samenleving 3 2024

Identiteit en polarisatie
1 / 21
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Identiteit en polarisatie

Slide 1 - Slide

leerdoelen
Je kan:
- op basis van bronnen de verschillen in leefomstandigheden, gewoonten en
gebruiken van (afstammelingen van) migranten enerzijds en de autochtone
meerderheid van de bevolking anderzijds verklaren;
- uitleggen welke verschijnselen verband houden met toenemende of
afnemende sociale cohesie;
- aangeven welke gevolgen de Europese integratie volgens verschillende theorieën heeft voorde Nederlandse cultuur en identiteit. 

Slide 2 - Slide

vakbegrippen

integratie
assimilatie
dimensies van identiteit
meervoudige identiteit
intersectionele aspecten
habitus

Essentialisme
polarisatie
realistische conflicttheorie
sociale identificatietheorie
contacttheorie
sociale desintegratiethese


Slide 3 - Slide

De verschillen in leefomstandigheden, gewoonten en gebruiken tussen migranten en de autochtone bevolking kunnen worden verklaard door een combinatie van:
 
- sociaal-economische status
- culturele achtergronden
- toegang tot voorzieningen

Deze factoren beïnvloeden elkaar en dragen bij aan de mate van integratie en sociale cohesie binnen de samenleving.

Slide 4 - Slide

Sociaal-Economische Status
Onderwijs en Werkgelegenheid: Migranten hebben vaak minder toegang tot kwalitatief hoogwaardig onderwijs en banen, deels door taalbarrières en erkenning van buitenlandse diploma's.

Woonomstandigheden: Migranten wonen vaker in stedelijke gebieden met lagere kwaliteit van huisvesting en hogere bevolkingsdichtheid, wat hun leefomstandigheden beïnvloedt.

Slide 5 - Slide

Culturele Achtergrond en Gewoonten
Religie en Tradities: Migranten brengen vaak hun religieuze en culturele tradities mee, die soms sterk verschillen van die van de autochtone bevolking. Dit kan leiden tot verschillen in sociale gewoonten, eetgewoonten en feestdagen.

Identiteit en Assimilatie: De mate waarin migranten zich aanpassen aan de dominante cultuur varieert. Sommigen behouden sterke banden met hun herkomstcultuur, terwijl anderen meer assimileren.
Assimilatie houdt in dat leden van een niet-dominante groep hun eigen cultuur loslaten en de cultuur van de dominante groep overnemen.

Slide 6 - Slide

Toegang tot Voorzieningen 
Sociale Netwerken en Ondersteuning: Migranten hebben vaak minder uitgebreide sociale netwerken en minder toegang tot informele vormen van steun, wat hun toegang tot formele voorzieningen beperkt.

 
Beleidsmaatregelen: Effectiviteit van integratiebeleid varieert per land en regio, wat kan leiden tot verschillen in de mate van toegang tot voorzieningen en maatschappelijke participatie.

Slide 7 - Slide

Ik snap de drie factoren die de verschillen in leefomstandigheden, gewoonten en gebruiken tussen migranten en de autochtone bevolking verklaren
😒🙁😐🙂😃

Slide 8 - Poll

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

intersectionele aspecten
Bij intersectionaliteit ben je je ervan bewust dat mensen op meerdere assen kunnen afwijken van 'de norm', dat die assen elkaar beïnvloeden en dat dat iemands positie in de maatschappij bepaalt. 
Iemand kan bijvoorbeeld vrouw zijn en zwart.
habitus
ieder van ons heeft een habitus, een reeks geneigdheden om op een bepaalde manier, zonder er echt over na te denken, meer of meer spontaan te reageren op de wereld. Je habitus is jou van kinds af aan aangeleerd. Bijvoorbeeld niet praten met volle mond.  

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Essentialisme
Essentialisme is zoeken naar wezenlijke eigenschappen. Essentialiseren is aan groepen mensen unieke eigenschappen toekennen (‘alle vrouwen voelen dit zo’).

Slide 14 - Slide

Geef een voorbeeld om uit te leggen wat de betekenis is van sociale cohesie

Slide 15 - Open question

polarisatie
een proces waarbij de tegenstellingen tussen groepen in de samenleving sterker worden, waardoor groepen steeds meer tegenover elkaar komen te staan. Polarisatie kan zich manifesteren op verschillende locaties, bijvoorbeeld in een buurt, op een school of op de werkvloer, maar ook op (sociale) media.

Slide 16 - Slide

conflicten gaan over concurrentie; dit kan gaan om schaarse middelen, macht of sociale status. Er is 1 koekje! -> als ik het niet opeet, neemt de ander een hapje!
Dat individuen een positieve sociale identiteit behouden door de gunstige sociale status van hun groep te behouden boven die van relevante outgroepen.
Je maakt jouw groep dus belangrijker/beter dan die van een ander.
dat contact tussen minderheids- en meerderheidsgroepen de effectiefste manier is om vooroordelen te reduceren. 
Als een samenleving heel divers is opgebouwd is het moeilijk om sociale cohesie te voelen. Mensen trekken zich dan niet meer terug in hun eigen groep of in een nieuwe groep, maar ze haken helemaal af en trekken zich terug. 

Slide 17 - Slide

Opdracht
Geef vanuit iedere theorie aan welke gevolgen de Europese integratie heeft voor de Nederlandse cultuur en identiteit

Slide 18 - Slide

Ik begrijp welk verband identiteit en groepsvorming verband hebben met toenemende of afnemende sociale cohesie
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

Ik kan vanuit verschillende theorieën de invloed van de Europese integratie op de Nederlandse cultuur en identiteit uitleggen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

EINDE LES

Slide 21 - Slide