T3 1ste les na de vakantie

Hoe was jouw vakantie?
1 / 30
next
Slide 1: Open question
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Hoe was jouw vakantie?

Slide 1 - Open question

Zin in de les wiskunde?

Slide 2 - Mind map

wat moet je leren voor de SE Week?
A
H6
B
H7
C
H9
D
A,B en C samen

Slide 3 - Quiz

Waar ging hfst 6 over?
A
inhoud
B
verbanden
C
vergelijkingen
D
metriek stelsel

Slide 4 - Quiz

Welk verband is hier afgebeeld?
A
kwadratisch verband
B
lineair verband
C
machtsverband
D
parabool

Slide 5 - Quiz

Wat is het kwadraat van -4 ?
A
16
B
-16

Slide 6 - Quiz

Wat is -( )
42
A
-16
B
16

Slide 7 - Quiz


55 m = ... hm
A
0,00055
B
0,55
C
5500
D
550000

Slide 8 - Quiz


0,004m2=...cm2
A
0,4
B
4
C
40
D
400

Slide 9 - Quiz

Welke eenheden hebben te maken met oppervlakte?
A
are
B
meter
C
kilogram
D
vierkante kilometer

Slide 10 - Quiz


5liter=...dm3
A
0,5
B
5
C
50
D
500

Slide 11 - Quiz

Bereken de oppervlakte
A
325cm2
B
425cm2
C
546cm2
D
5525cm2

Slide 12 - Quiz

Wat is de formule voor de
oppervlakte van een cirkel?
A
Opp.=πdiameter
B
Opp.=straalstraalπ
C
Opp.=πstraal
D
Opp.=diameter2π

Slide 13 - Quiz

Een stuk touw is 15,6 cm lang. Het wordt vergroot met factor 7. Hoelang is het nieuwe stuk touw?
A
109,2
B
2,23
C
22,6
D
0,49

Slide 14 - Quiz

Een vierkant met lengte 1,3m wordt verkleint met factor 0,2. Wat wordt de nieuwe lengte van het vierkant?
A
1,5
B
1.1
C
6,5
D
0,26

Slide 15 - Quiz

De oude lengte is 40 cm.
De nieuwe lengte is 80,8 cm.
Wat is de vergrotingsfactor?
A
0,495
B
2,02

Slide 16 - Quiz

De oude oppervlakte = 123
Vergrotingsfactor = 2
Wat wordt de nieuwe oppervlakte?
m2
A
246
B
61,5
C
492
D
30,8

Slide 17 - Quiz

de oude oppervlakte = 25
de nieuwe oppervlakte = 100
Wat is de vergrotingsfactor?
cm2
cm2
A
4
B
2
C
0,25
D
0,5

Slide 18 - Quiz

de oude inhoud= 100
de vergrotingsfactor = 0,8
Wat is de nieuwe inhoud?
cm3
A
51,2
B
64
C
1000,82
D
1000,83

Slide 19 - Quiz

de oude inhoud= 120
de nieuwe inhoud = 3240
Wat is de vergrotingsfactor?
dm3
dm3
A
3
B
27
C
5,2
D
0,04

Slide 20 - Quiz

Een stuk touw is 15,6 cm lang. Het wordt vergroot met factor 7. Hoelang is het nieuwe stuk touw?
A
109,2
B
2,23
C
22,6
D
0,49

Slide 21 - Quiz

Een vierkant met lengte 1,3m wordt verkleint met factor 0,2. Wat wordt de nieuwe lengte van het vierkant?
A
1,5
B
1.1
C
6,5
D
0,26

Slide 22 - Quiz

De oude lengte is 40 cm.
De nieuwe lengte is 80,8 cm.
Wat is de vergrotingsfactor?
A
0,495
B
2,02

Slide 23 - Quiz

De oude oppervlakte = 123
Vergrotingsfactor = 2
Wat wordt de nieuwe oppervlakte?
m2
A
246
B
61,5
C
492
D
30,8

Slide 24 - Quiz

de oude oppervlakte = 25
de nieuwe oppervlakte = 100
Wat is de vergrotingsfactor?
cm2
cm2
A
4
B
2
C
0,25
D
0,5

Slide 25 - Quiz

de oude inhoud= 100
de vergrotingsfactor = 0,8
Wat is de nieuwe inhoud?
cm3
A
51,2
B
64
C
1000,82
D
1000,83

Slide 26 - Quiz

de oude inhoud= 120
de nieuwe inhoud = 3240
Wat is de vergrotingsfactor?
dm3
dm3
A
3
B
27
C
5,2
D
0,04

Slide 27 - Quiz

Welke formule hoort bij grafiek 1?
A
y= x
B
y=7
C
x=7
D
y=6

Slide 28 - Quiz

Welke formule hoort bij grafiek 5?
A
y= x
B
y=0
C
x=-1
D
y=-1

Slide 29 - Quiz

Welke formule hoort bij grafiek 4?
A
y= -2
B
x=-2

Slide 30 - Quiz