RONDE 3 THEORIE + UITWERKINGEN

1 / 29
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

En? Plan jij 3x per week om de lesstof te herhalen?
Zie Google Classroom. 

Slide 2 - Slide

Lengtematen omrekenen

Slide 3 - Slide

Eenheden van inhoud

Slide 4 - Slide

H8 INHOUD + VERGROTEN
ronde 3

week 21 (2 lessen)

Slide 5 - Slide

WAT GA JE LEREN? 
  • Ik weet hoe ik met de vergrotingsfactor de oppervlakte van een vergroting moet berekenen.

  • Ik weet hoe ik met de vergrotingsfactor de inhoud van een vergroting moet berekenen.

  • Ik ken beide formules voor oppervlakte en inhoud vergroten uit mijn hoofd. 


Slide 6 - Slide

Oppervlakte vergroten
  • Teken een vierkant met zijden van 2 cm.

  • Bereken de oppervlakte.

  • Teken een vierkant met zijden die twee keer zo groot zijn. Schrijf eronder (vergrotings-)factor = 2

  • Bereken de oppervlakte van het grote vierkant en schrijf het antwoord in het vierkant. 

  • Hoeveel keer zo groot is de oppervlakte van het grote vierkant?

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

inhoud vergroten
  • De inhoud van de gele balk is 3,6 dm³,

  • De rode balk is een vergroting van de gele balk.

  • De vergrotingsfactor is 4. 

  • Bereken hoeveel gele balken er in de rode balk passen. 

  • Bereken de inhoud van de rode balk. 

Slide 9 - Slide

inhoud vergroten
  • De inhoud van de gele balk is 3,6 dm³.




Slide 10 - Slide

vergroting van lengte:
factor x lengte origineel = nieuwe lengte (beeld)

vergroting van oppervlakte:
factor² x oppervlakte origineel = nieuwe oppervlakte (beeld)

vergroting van inhoud:
factor³ x inhoud origineel = nieuwe inhoud (beeld)

Slide 11 - Slide

uitwerkingen

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Vergrotingsfactor = lengte beeld : lengte origineel

Bij vergroten = groot : klein
Bij verkleinen = klein : groot

Slide 24 - Slide

vergrotingsfactor = 4 : 2 = 2
vergrotingsfactor = 8 : 2 = 4

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

vergrotingsfactor = 80% : 100 = 0,8 
20 x 0,8 = 16 cm
30 x 0,8 = 24 cm

Slide 27 - Slide

Figuur 3:
straal cirkel = 50 : 2 = 25 cm
oppervlakte grondvlak =  π x 25² = 1963,495...cm²
inhoud kegel = 1/3 x 1963,495... x 50 = 32724,923... = 32725 cm³
Figuur 5:
oppervlakte grondvlak =  5 x 5 = 25 cm²
inhoud kegel = 1/3 x 25 x 6  = 50 cm³

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide