What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
G2b 22.11. SO K3 G
Will
kom
men!
1 / 19
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
20 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Will
kom
men!
Slide 1 - Slide
Guten Morgen Frau Rörig
Slide 2 - Slide
Programm Dienstag 22.11.
SO
Wie klaar is: Buch Seite , Lesen + Aufgabe
Slide 3 - Slide
SO Di 22.11.
Kapitel 2
alle Wörterlisten
Grammatik C (zelfst. naamwoord, lidwoord)
Slide 4 - Slide
Zelfstandige naamwoorden
Lidwoorden
Slide 5 - Slide
Großbuchstaben (hoofdletters)
zelfstandige naamwoorden -> das
H
aus, der
M
ann
begin van de zin ->
I
ch heiße Anton.
aardrijkskundige namen ->
D
eutschland,
K
öln
eigennamen ->
L
isa,
A
ddidas
voornaamwoorden
u
en
uw -> Wie heißen
S
ie?
Nicht bei bijvoegelijke naamwoorden -> eine
d
eutsche Frau
Slide 6 - Slide
hoofdletter
geen hoofdletter
mein
vater
heißt
hans
und
spielt
gerne
fußball.
er
pizza
kann
gut
backen.
auch
Slide 7 - Drag question
Weten jullie het nog? Verbind de juiste bepaalde lidwoorden met het geslacht
der
die
das
die
Mannelijke woorden
Vrouwelijke woorden
Onzijdige woorden
Meervoud
Slide 8 - Drag question
der
die
das
vrouwelijke personen/dieren
mannelijke personen/dieren
meervoudsvormen
woordjes die in NL "het" als lidwoord hebben
woordjes die eindigen op: -e / -in
Slide 9 - Drag question
der
- Männlich (mannelijk)
mannelijke personen
->
der Mann, der Onkel, der Junge, der Opa, der Lehrer
mannelijke dieren
-> der Stier, der Kater
Slide 10 - Slide
die
- Weiblich (vrouwelijk)
vrouwelijke personen en dieren
-> die Frau, die Oma, die Tante, die Lehrer
in,
die Trainer
in
de meeste woorden die op -e eindigen
-> die Familie, die Rolle
alle woorden die op -schaft, -eit en - ung eindigen
-> die Mannschaft, die Einheit, die Erklärung, die Übung
Slide 11 - Slide
das
- Neutral/Sächlich (onzijdig)
Verkleinwoorden, eindigend op -chen, -lein
-> das Häuschen, das Fräulein, das Mädchen
de meeste het-woorden in het Nederlands
-> das Kind, das Jahr, das Haus
Slide 12 - Slide
die
- Mehrzahl (meervoud)
Altijd: die
->
die Männer, die Frauen, die Kinder, die Jahre
Slide 13 - Slide
der
die
das
vrouwelijke personen/dieren
mannelijke personen/dieren
meervoudsvormen
woordjes die in NL "het" als lidwoord hebben
woordjes die eindigen op: -e / -in
Slide 14 - Drag question
die (ev)
das
die (mv)
der
Lehrerin
Freund
Haus
Mannschaft
Reihenfolge
Lehrer
Stier
Kuh
Sprache
Wörter
Wort
Frage
Fest
Meinung
Torte
Feste
Geschenk
Freunde
Onkel
Slide 15 - Drag question
Lesen
Buch Seite 48
Aufgabe 4
timer
10:00
Slide 16 - Slide
Sprechen
Aussprache
Plauderecke
Seite 52
Slide 17 - Slide
Wörterlisten Kap 2
gimkit
Slide 18 - Slide
Hausaufgabe für 22.11.
Lernen für SO
Toetsinzage
Slide 19 - Slide
More lessons like this
MW 22.11. K2 zelfst. nw
November 2021
- Lesson with
17 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
G2b 1.11. K2 z nw
October 2022
- Lesson with
31 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
H2c 5.11. wh znw, Lesen + ein/kein
19 days ago
- Lesson with
38 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Nomen
December 2022
- Lesson with
39 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
H2c 4.11. Planung, K2 zelfst naamw
21 days ago
- Lesson with
36 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
A2b 23.11. K2 ww tt, ww tt
November 2021
- Lesson with
22 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
lidwoorden der, die, das en ein of eine
March 2021
- Lesson with
16 slides
Duits
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
lidwoorden der, die, das en ein of eine
November 2023
- Lesson with
16 slides
Duits
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1