H11 Verhoudingen en verhoudingstabel

Verhoudingen
1 / 16
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Verhoudingen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Doelen
  • Je weet wat verhoudingen zijn.
  • Je kan verhoudingstabellen maken.
  • Je kan rekenen met verhoudingen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Video

This item has no instructions

Verhoudingen
Je komt verhoudingen  ook veel tegen bij het koken, in recepten

Voorbeeld
Voor 4 personen heb je 300 gram noedels nodig.

Dit is een verhouding tussen het aantal personen en het aantal
gram noedels. Met deze verhouding kan je uitrekenen hoeveel
noedels je nodig hebt voor verschillende aantallen personen.
                                                                

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Voorbeelden van verhoudingen
De auto rijdt 1 op 18.   
Dat betekent: met 1 liter brandstof rijdt de auto 18 kilometer.
Met 3 liter brandstof kan de auto dus ook 3 x zo ver rijden: 
3 x 18 = 54 kilometer

In het filmpje zag je ook: verhouding tussen gewicht en prijs. Vaak wordt de prijs per 100 gram of per kilo gegeven. Wil je dan bijvoorbeeld 400 gram kopen, dan moet je de prijs vermenigvuldigen met 4.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Bijvoorbeeld
Je kookt voor 6 personen, hoeveel gram noedels heb je nodig?


Eerst reken je het aantal personen om naar 1, vervolgens naar 6.

Slide 6 - Slide

Je kan ook het aantal personen omrekenen naar 2, dan vermenigvuldig je daarna met 3 in plaats van 6.

Je kan ook in een keer vermenigvuldigen met 1,5.
Een verhoudingstabel is een bijzondere tabel.

De bovenkant van de tabel heeft steeds te maken met de onderkant van de tabel. 

De bovenkant van de tabel x6 
dan ook   
de onderkant van de tabel x6

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Reken uit met een verhoudingstabel:

Een auto gebruikt 60 liter brandstof voor 600 kilometer. Hoeveel kilometer rijdt deze auto met 1 liter brandstof?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

 Verhoudingen met een totaal
Soms wordt een verhouding ook gegeven als deel van een totaal. Bijvoorbeeld in een klas van 20 zitten 5 jongens en 15 meisjes.

De verhouding jongens op het totaal is 5 op de 20 = 1 op de 4         (1:4)

De verhouding jongens op het aantal meisjes is 5 op de 15 = 1 op de 3       (1:3) 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Mind map

This item has no instructions

Veerle gebruikt voor een ketting 30 zwarte kralen.
Hoeveel witte kralen heeft zij nodig?

A
35
B
20
C
45
D
15

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions


A
66
B
60
C
3
D
63

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

: 21                          x 20

Dus in 20 minuten 60 auto's
tijd( min.)
21 
20
aantal auto's
63
3
60

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

6 appels kosten in
de winkel € 2,10

Hoeveel kosten 5 appels?

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

5 appels kosten  €1,75
appels
6
1
5
prijs
2,10
2,10: 6 = 0, 35
5x 0,35= 1,75

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Kun jij nu zelf aan de slag met de opgaven van H11 Verhoudingen ?
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

This item has no instructions