This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Welkom
Dit leg ik op tafel:
Laptop --> Dicht
Etui -->
Map
Gelukt = stil zijn
Slide 1 - Slide
Vorige les
Slide 2 - Slide
Planning
Oefenen voor de toets
Antwoord en berekening steeds eerst in het schrift maken.
Slide 3 - Slide
Bij een ijskraam worden ijsjes van 8 euro verkocht. Boris koopt er 142 voor alle kinderen. Hoeveel moet hij betalen?
Slide 4 - Open question
9 ... 12
A
<
B
>
Slide 5 - Quiz
3,2 ... 4,1
A
<
B
>
Slide 6 - Quiz
8,4 ... 7,9
A
<
B
>
Slide 7 - Quiz
(1+4)⋅4−1=
Slide 8 - Open question
(3⋅4)⋅(17−8)=
Slide 9 - Open question
Goed of fout? 60 - 5 x 8 = 60 - 40 = 20
A
goed
B
fout
Slide 10 - Quiz
350 × 9 + 150 × 7 – 550 × 6=
Slide 11 - Open question
68 + 111 × 4 – 27 × 17=
Slide 12 - Open question
Goed of fout? 50 : 10 - 5 = 5 - 5 = 0
A
goed
B
fout
Slide 13 - Quiz
Goed of fout? 4 + 5 x 3 = 4 + 15 = 19
A
goed
B
fout
Slide 14 - Quiz
6² =...
A
12
B
36
Slide 15 - Quiz
48 - 5 ‧ 3² =
Slide 16 - Open question
√25=..
A
5
B
10
C
50
D
225
Slide 17 - Quiz
√81=..
A
9
B
-9
C
26
D
7
Slide 18 - Quiz
Hoeveel is de 3 waard in 632,7
A
3
B
30
C
300
D
weet ik niet
Slide 19 - Quiz
Het gezin Pieterse bestaat uit 9 personen. De beide ouders gaan met hun 7 kinderen naar de bioscoop. De vader betaald met 3 briefjes van 50 euro. Een kaartje voor de kinderen kost 15 euro per stuk. Hoeveel krijgt hij terug?
Slide 20 - Open question
Wat vind je nog lastig?
Slide 21 - Open question
Welk cijfer ga ik halen?
Slide 22 - Poll
Lesdoelen
Je telt op, trekt af, vermenigvuldigt, deelt, kwadrateert en trekt de wortel, door elkaar heen.
Je berekent de som, het verschil, het product en het quotiënt door elkaar heen.