persoonsvorm tt

persoonsvorm tt
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

persoonsvorm tt

Slide 1 - Slide

Wat is de persoonsvorm?
De persoonsvorm
Piet
drinkt
een blikje cola
in de pauze

Slide 2 - Drag question

Wat is de persoonsvorm?
De persoonsvorm
Naty
heeft
zijn brood
gesmeerd

Slide 3 - Drag question

De persoonsvorm is altijd een werkwoord.

Wat is de persoonsvorm?
A
De persoonsvorm
B
is
C
altijd
D
een werkwoord

Slide 4 - Quiz

Onregelmatige werkwoorden
Regelmatige werkwoorden
Lopen
Fietsen
Vliegen
Schrijven
Voetballen
Kleuren
Leren

Slide 5 - Drag question

Wat is de persoonsvorm?
De persoonsvorm
Janneke
heeft
haar werk
goed
gedaan

Slide 6 - Drag question

De persoonsvorm is altijd een...
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
D
voorzetsel

Slide 7 - Quiz

Bij onregelmatige werkwoorden verandert
A
de klank
B
nog meer dan de klank
C
de klank niet

Slide 8 - Quiz

De vijf onregelmatige werkwoorden zijn:
A
zijn, hebben, willen, kunnen, volgen
B
zijn, maken, willen, kunnen, volgen
C
zijn, hebben, willen, kunnen, zullen
D
zijn, hebben, willen, kunnen, denken

Slide 9 - Quiz

Wat is de juiste spelling van het onregelmatige werkwoord 'hebben'?
A
ik heb, jij hebt, hij hebt, wij hebben
B
ik heeft, jij heeft, hij heeft, wij heven
C
ik heb, jij heeft, hij heeft, wij hebben
D
ik heb, jij hebt, hij heeft, wij hebben

Slide 10 - Quiz