1GL Fictie + Lezen 1 Onbekende woorden

Nederlands 1F
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nederlands 1F

Slide 1 - Slide

Planning
- Lesdoelen
- Leesboek (voorlezen)
- Uitleg Lezen hoofdstuk 1
- Aan de slag
- Afsluiting

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
- Je leert de betekenis van onbekende woorden in een tekst ontdekken door woordraadstrategieën te gebruiken

- Je hebt een deel (mee)gelezen van het lesboek

Slide 3 - Slide

Leesboek
Koning van Katoren
Ongeveer 10 minuten (voor)lezen


timer
1:00

Slide 4 - Slide

Onbekende woorden
Soms lees je een woord waarvan je de betekenis niet kent. Je kunt dan een woordraadstrategie gebruiken om de betekenis van het woord te ontdekken. 

Slide 5 - Slide

Woordraadstrategieën 
1. synoniem 
= een ander woord met dezelfde betekenis

Zoek een synoniem in dezelfde zin of lees anders ook de zin voor het moeilijke woord en de zin erna;

Jasper heeft individueel pianoles, omdat hij het best presteert als hij alleen les krijgt en zelfgekozen muziek kan spelen.



Slide 6 - Slide

Woordraadstrategieën
2. Omschrijving
= legt in meer dan één woord de betekenis van een onbekend woord uit. 

Let op woorden die tussen haakjes of tussen komma's in dezelfde zin of in de zin erna of ervoor staan.

Hardloopster Dafne is een vedette, een beroemd persoon, die altijd voor de winst gaat.

Slide 7 - Slide

Woordraadstrategieën
3. Voorbeeld
= leggen soms de betekenis van een onbekend woord uit.

Na de woorden als, zoals, bijvoorbeeld, een voorbeeld van volgen vaak voorbeelden.
Voorbeelden staan ook vaak tussen haakjes of na een dubbele punt met komma's ertussen.

De meeste zuivelproducten, bijvoorbeeld melk en kaas, staan vaak in de koelkast.

Linde is gek op allerlei kermisattracties: spookhuis, reuzenrad, botsauto's.

Slide 8 - Slide

Woordraadstrategieën
4. Tegenstelling
= kan helpen om de betekenis van een onbekend woord te achterhalen.

Na de volgende woorden volgt vaak een tegenstelling: maar, echter, toch, daarentegen.

De oud-voetballer Arjen Robben woont nu in een riante villa, maar hij groeide op in een veel kleiner huis. 

Slide 9 - Slide

Aan de slag
- Pak je boek en doe hem open op bladzijde 10.
- We maken samen opdracht 1 en 5.
- Je maakt zelf opdracht 2, 3, 4 en 6.

Slide 10 - Slide

Lesdoelen
- Je leert de betekenis van onbekende woorden in een tekst ontdekken door woordraadstrategieën te gebruiken.


- Je hebt een deel (mee)gelezen van het lesboek.

Slide 11 - Slide